Assen

Uit Oncyclopedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een foto van de stadsrand van Assen.

Assen is de hoofdstad van Drenthe en heeft als bijnaam het New York van Drenthe omwille van zijn omvang. Ondanks een inwoneraantal van bijna tien miljoen mensen (met de nadruk op bijna) is de laatste tijd een beweging vastgesteld waarbij Assenaren verhuizen naar Groningen om hen moverende redenen. De drukte en levendigheid geven de stad de bijnaam de stad die nooit sloapt ("de stad die nooit slaapt" in het Nederlands.) Een andere populaire bijnaam is dat dorp tussen Zwolle en Groningen, al wordt dit vooral gebruikt door niet-Assenaren met een minderwaardigheidscomplex. De stad wordt ook Assen City[1] genoemd om haar te onderscheiden van de assen onderaan auto's, die door het midden van Assen rijden door middel van assen.

Geografie[bewerken]

Een doodgewone kaart van Drenthe, met Assen ergens in het rood.

Assen omvat 81,7% van de inwoners van Drenthe, wat maakt dat het een centrale metropool is voor de regio. Ongeveer 14% van de werkloze bevolking in Drenthe zit in Emmen en een asielzoekerscentrum in Oranje. Het restant zit in Hoogeveen, Meppel en verspreid over de kale, vlakke leegte met her en der wat plaggenhutten en andere boerderijen.[2] Assen is derhalve de kern, de motor en de booming business van Drenthe.

De stad Assen bestaat uit vijf wieken of stadsdelen: het centrum, Noordwijk, Westland, Zuidpool en Oostblok. Het centrale park, de Gouverneurstuin, ontworpen door Jheronimus Bosch en Mieke Maaike, is met dertig bezoekers per jaar het meest bezochte park van de provincie. Daarnaast liggen in Assen het Noorderpark en Park Diepstroten. Dit zijn echter vreemd genoeg geen parken, maar woonwijken met huizen in plaats van bomen.

Geschiedenis[bewerken]

In 1490 ontdekte de Italiaanse ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus een kleine nederzetting die werd bewoond door ongeveer vijfduizend inheemse nonnen. Columbus, die in dienst van de gemeente Zaanstad rondwandelde, noemde het gebied Nieuw-Assendelft, hetgeen uiteindelijk verkort werd tot Assen. Vermoedelijk vertrok hij daarop meteen naar Spanje omdat hem daar een betere baan werd aangeboden.

Nonnen[bewerken]

De nonnen waren de goddeloosheid van Coevorden ontvlucht om op een oude dekzandrug een nieuw bestaan op te bouwen. In die tijd werd Coevorden geteisterd door Germaanse kannibalen die de liefde van God niet wilden leren kennen. Toen de nonnen richtingen Assen getogen waren, liet de Heer zijn Toorn los op Coevorden door een handjevol kruistochten te laten sturen naar het zondige oord om de Germanen de liefde van God te laten zien. Eenmaal aangekomen besloten de nonnen, na het opbouwen van hun klooster, een kleine handelspost op te zetten en hebben zij de eerste singels gedraaid laten graven. De nonnen verloren echter na verloop van tijd hun voeling met God, zegden hun lidmaatschap bij de EO op, en sloopten in 1602 het klooster.

Toen eenmaal helemaal niets meer van het klooster over was, waren er alleen maar turfhopen (terrils) en plaggenhutten te vinden. De boeren en verwilderde nonnen die nog over waren, verstookten die turf dankbaar tijdens de barre winters. Omwille van het woeste karakter van zowel het landschap als de nonnen, kwamen er ook herten, zwijnen en ander ongedierte naar de omgeving van Assen. Men zou kunnen spreken van een ware endodus, want dat zou logischerwijs het tegenovergestelde van een exodus moeten zijn. Zolang onze neologist dat woord nog niet op de markt brengt, kan men echter beter het woord in de spreekwoordelijke koelkast laten.

Lodewijk Napoleon[bewerken]

Het Witte Huis in Assen.

Op de plek van het klooster bouwden de nonnen met eigen handen het huis dat nu nog gebruikt wordt voor het provinciaal bestuur. Omdat de nonnen dit huis nooit hebben geschilderd, heet dit huis het Witte Huis. Tot laat in de achttiende eeuw bleef Assen een vrij onaanzienlijke, onaantrekkelijke woonplaats. Het werd een aanzienlijke, onaantrekkelijke woonplaats toen Lodewijk Napoleon ervoor koos om 's zomers in Assen te wonen. Sindsdien kreeg Assen meer bravoure, joie de vivre en jeu de boules.

Immigratie[bewerken]

De stad veranderde in de negentiende eeuw sterk door grootschalige immigratie uit Groningen en uitbreiding van de infrastructuur. Het allereerste treinstation van Nederland werd in Assen geopend in 1818 en het vliegveld Eelde werd in 1831 gebouwd. Het treinstation was wat eenzaam, want de eerste spoorlijn van Nederland werd pas in 1839 geopend. Pas daarna kon Assen van het treinstation profiteren. Ook het vliegveld zou nog een kleine eeuw moeten wachten op gebruik. Aan het eind van de negentiende eeuw werden de eerste buslijnen in gebruik genomen. Samen met de spoorlijnen en tramnetten kon de stad van ver buiten de stad forensen aantrekken en zo groeide de gehele agglomeratie snel. In 1898 werd het hedendaagse Assen gevormd door het samengaan met Westland, dat tot dan toe een zelfstandige gemeente bij Den Haag was gewezen. Deze curieuze samensmelting werd honderd jaar na dato uitgebreid belicht door Professor W. Druyff in zijn kritische naslagwerk "Buren Landen Best voor Houten Huizen Kampen met Bergen Malle Vorst: de zin en onzin van gemeentelijke herindelingen en fusies".[3]

Bartje[bewerken]

Bartje, de legendarische held die zijn weerga niet kent.

Opeens stond er in 1935 een figuur op, die luisterde naar de naam Bartje Bartels, voor de Assenaren gewoon "Bartje". Hij was als kind al rebels: hij viel zijn ouders aan met een kreet waarmee hij de heerschappij van de Heer en Zijn Heilige Boontjes in twijfel trok en de grootste religieuze controverse veroorzaakte sinds de geschriften van Martin Luther:

 
 
Ik bid nie veur bruune boon'n!
 

 

—Bartje.

De bevolking was tot dan toe, zonder dat iemand het doorhad, met de toenemende immigratie uit vreemde oorden, aan een sterke ontkerkelijking bezig. Assen vond in Bartje de nieuwe Vladimir Lenin: met een oog op de communistische revolutie in 1917, en de sterke rode achtergrond van de noordelijke regio's van Nederland, werd Assen een magneet voor socialisten in het noorden en de rest van Drenthe trok leeg, om te verkassen naar Assen. Bartje werd op het schild gehesen als nieuwe burgemeester en hield er een dictatoriaal bewind op na, waarbij hij de hele bevolking een jaar lang wist te voorzien van witte bonen, want "zwarte fascistenbonen" waren sinds de opkomst van Adolf Witlof volkomen taboe geworden.

Assen voor de uitvinding van kleur.

Post Bartum[bewerken]

In 1953, op Zwarte Bonendag, veranderde Bartje plotseling in een standbeeld, vermoedelijk door anti-communistisch ingrijpen van de AIVD. Hierna begon het besef te dagen bij de Assenaren dat Amsterdam, Groningen en zelfs Zwolle toch net effe wat groter en aanlokkelijker waren dan Assen, dat gebouwd was op een hype binnenin een bubbel. Die bubbel knalde uiteen en de hype stortte in als een hoop turf dat een inklinking van heb ik jou daar doormaakte. In de jaren zestig werd Assen getroffen door stijgende criminaliteit en spanningen tussen Drenten en Groningers, welke in de jaren zeventig een hoogtepunt bereikten. Omdat de rest van Drenthe 'ontvolkt' was en daardoor de hele provincie financieel onaantrekkelijk was, bleef uiteindelijk driekwart der Drenten in Assen zitten. De rest toogde naar Emmen en de omliggende strodorpen zoals Coevorden, een ander deel vertrok naar de grensgehuchten nabij Zwolle, te weten Hoogeveen en Meppel, die nog hadden geprofiteerd van hun tijd als Hanzesteden.

De laatste jaren zijn er weer wat voorzichtige tekenen van vooruitgang. De etnische spanningen tussen Drenten en Groningers werd opgelost door de Groningers in ghetto's, zogenaamde Grönatowns, te plaatsen. In de jaren tachtig kwam de hunebeddensector sterk op en zorgde voor een licht economisch herstel. Sinds het basisonderwijs ook in Drenthe verplicht is geworden, is het IQ van de bevolking duidelijk gestegen. In 2015 kende de agglomeratie van Assen nog een opleving met een plotselinge bevolkingsgroei in het gehucht Oranje. Dat deze nieuwe, vaak rijke bewoners niet van harte welkom waren, blijkt uit het legendarische citaat van de kleindochter van Bartje, Truus Bartels:

 
 
Dikke BMW. Dikke BMW, jongens. WAAAAAAAAA!
 

 

—Truus Bartels.

Demografie[bewerken]

De Asser bevolking begeeft zich richting de plaatselijke Albert Heijn.

Twee belangrijke demografische eigenschappen zijn de bevolkingsdichtheid en de culturele diversiteit. De bevolkingsdichtheid van de Assen is zo hoog, dat er geen andere Drentse gemeenten met vijf letters waarvan de eerste een A is zijn, waarbij de bevolkingsdichtheid hoger ligt. Tevens heeft de stad Assen de grootste bevolkingsdichtheid van de gemeente Assen.[4]

Bevolkingsafkomst[bewerken]

Een Grönatown in het centrum van Assen.

De bevolkingssamenstelling van Assen is bijzonder divers. Gedurende de geschiedenis is de stad altijd een belangrijk aankomstpunt geweest voor nieuwe immigranten uit vele landen. Het begrip hutspot (ratjetoe) is als eerste gebruikt om de samenstelling van de dichtbevolkte immigrantenwijken in het Oostblok aan te duiden. Tegenwoordig is 63% van de bevolking van Assen geboren buiten de bewoonde wereld. Zo zijn in Assen drie Groningse buurten te vinden, ook wel Grönatowns geheten. Deze buurten kunnen dan weer onderverdeeld worden door aardbevingen te veroorzaken. Door sterke segregatie worden Grönatowns soms praktisch geleid door de Revolutionaire Strijdkrachten van Groningen.

Religie[bewerken]

Ook op religieus gebied is de stad heel divers. In de zestiende eeuw was alleen het Calvinisme toegestaan. Niet-calvinistische inwoners, zoals de badeenden, werden zelfs vervolgd door de overheid vanwege hun afwijkende religieuze opvattingen. De stad bleef ook na de Franse overheersing en de invoer van het katholicisme lange tijd protestants. Pas door de komst van grote groepen immigranten uit Griekenland en Tzatzikistan werd het tzatzikiïsme zichtbaar in het dagelijks leven. Dit zorgde voor veel argwaan onder protestanten, die in de nieuwe soort immigranten een bedreiging zagen voor hun vrijheid en onafhankelijkheid. Ze meenden dat de tzatzikiïsten vooral naar het gezag van de Heilige Komkommer zouden luisteren en er ontstonden vele rellen.

De Groningse immigranten hebben in de Grönatowns hun eigen religieuze gebouwen neergezet. Meestal zijn dit tempels die een mengsel van de belangrijkste religies van Groningen bevatten: communisme en wubboïsme. Deze tempels zijn illegaal en worden regelmatig verwoest door de Asser politie in samenwerking met de Nederlandse Aardolie Maatschappij.

Cultuur[bewerken]

De primaire toeristische hotspot van Assen is uiteraard het heroïsche standbeeld van Bartje. Een fier menneke met handjes in de zij, alsof hij tegen iedereen wil zeggen "heb 'k wat van u aen?" Het Drents Museum, het Drents Archief, een Drents Huis Met Een Stoepie, een Drents Bewaarhuis, het Witte Huis en een paar Drentse Kerken maken het Drentse Stadscentrum af, tussen alle huizen en kanalen door. Overigens heeft Groningen al deze dingen ook, alleen moet Drents dan vervangen worden door Groninger.

Evenementen[bewerken]

De lokale overheid van Assen heeft enkele evenementen opgezet. Officieel is dit om toeristen te lokken, maar het is een publiek geheim dat de gemeente wil voorkomen dat Assenaren naar de verlaten, platte, kale landerijen binnen Drenthe verhuizen, in de hoop er voor nop een villa te laten bouwen door Oostblokkers en die te verkopen aan wanhopige Groningers die uit de aardbevingszone willen vluchten.[5] De gemeente weet namelijk dat dit de Assenaren niets brengt; Groningers wonen liever in een huis met barsten dan een huis in Drenthe. We kunnen dus gerust spreken van een nobel oogmerk van de plaatselijke bestuurders.

Het nieuwe voetbalstadion van Assen, dat in 2009 in gebruik werd genomen.

Het bekendste sportevenement van Assen is de TT, ook wel afgekort tot Tourist Trophy of ootoos en motoor'n kiek'n, de jaarlijkse motorrace op het TT-Circuit. De TT is al sinds 1949 de belangrijkste race van het wereldkampioenschap motorsport; evenementen als de Grand Prix van Monaco en de Indy 500 zijn hiervan afgeleid. Het is tevens het grootste meerdaagse sportevenement van Nederland dat maar op één dag plaatsvindt. Traditioneel wordt de motorrace altijd op de laatste zondag in juni verreden. Als er niets plaatsvindt op de racebaan van Assen, is er ook helemaal niemand te vinden. Dagelijks pendelt de stadsbus desondanks elk half uur naar de racebaan toe, om een enkele student voor de opleiding automonteur op te halen die zelf geen auto heeft.

Een ander sportevenement in Assen is het internationale wereldkampioenschap onderwaterdammen.[6] Sinds 1976 organiseert de Stichting Onderwaterdammen Assen (SOA) jaarlijks in de maand maart de eindronde van dit kampioenschap in het zwembad van een plaatselijk hotel. Hoewel zowel het hotel als het daartoe behorende zwembad in 2016 sloten, springen de SOA-leiders nog graag jaarlijks in het steeds groener kleurende water. Men zou dan ook kunnen zeggen dat het Asser zwembad vol zit met SOA's.

In 2009 begon de wielrenwedstrijd van de Ronde van Spanje, oftewel de Vuelta, in Assen en eindigde in Emmen. Deze ronde werd verrassend genoeg gewonnen door een sprinter, terwijl voor eindoverwinningen in de Vuelta meestal klimbenen nodig zijn.

Een cultureel terugkerend evenement is de brandstapel. Het bijzondere aan dit evenement is dat het zowel jaarlijks als bijna wekelijks wordt georganiseerd. Er zijn namelijk jaarlijks brandstapels voor Pasen en Kerst, maar de trend zet zich door om ook tijdens Koningsdag, Pinksteren, Hemelvaartsdag, Bevrijdingsdag, Earth Day, Nieuwjaarsnacht, de verjaardag van Bartje, de sterfdag van Bartje en de dag van de eerste uiting van de kreet "ik bid nie veur bruune boon'n" van Bartje. Aangezien die dag discutabel is, wordt nu elke dag binnen een week van de vermoedelijke datum een brandstapel georganiseerd. Ook is er een klein brandstapeltje bij iedere Assenaar in de achtertuin[7] wanneer er een verjaardag is van de bewoner, wanneer een kind geslaagd is, wanneer het perfect barbecueweer is verklaard door Piet Paulusma of wanneer men gewoon zin heeft om een fikkie te stoken.

Vervoer[bewerken]

Een maquette van het nieuwe station van Assen.

Assen heeft een treinstation, waarbij het vroegere stationsgebouw op een moskee leek. Geert Wilders vond dat niet goed, en de gemeenteraad besloot in 2016, om extreem-rechts niet in de kaart te spelen, om dit stationsgebouw te slopen. Nu wordt er een nieuw stationsgebouw in elkaar getimmerd dat lijkt op een Perzisch kleed. Verder zijn er een zootje bussen, waaronder een stadsbus met het felbegeerde lijnnummer 1 en enkele regionale bussen, onder meer naar Groningen, naar het vluchtelingenkamp Oranje, het deportatiekamp Westerbork, en het scholieren- en studentenkamp Appelscha.

Assendix[bewerken]

Zie ook[bewerken]


GelGroDreOve.png
De skriever van deze artikel kömp uut 't oosten van 't laand!
GelGroDreOve.png

}