koopzondag
Uiterlijk
- Geluid: koopzondag (hulp, bestand)
- IPA: /'kopˌzɔndɑx/
- koop·zon·dag
- samenstelling van koop ww en zondag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopzondag | koopzondagen |
verkleinwoord | - | - |
de koopzondag m
- zondag waarop winkels geopend zijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord koopzondag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.