Natuurkunde
“In de natuur kunde vanalles tegenkomen!”
Natuurkunde, door latinisten ook wel "fysica" genoemd, is een wetenschap die pretendeert alles te onderzoeken, te analyseren en te definiëren wat er zich in de natuur voordoet, van het vallen van een appel (dichtbij of ver van de boom) tot het piepen van een deur.
Ontstaan: natuurkunde en religie[bewerken]
Van oudsher is de mens, voor zover geweten het enige wezen dat zich van zichzelf bewust is, nieuwsgierig geweest naar het hoe en waarom van wat zich om hem heen afspeelt. Omdat onze diersoort nog over weinig meer gereedschap beschikte dan een scherpe steen (om mee te kerven) en een zware tak (om mee te meppen), was echt onderzoek nauwelijks mogelijk, en werd voorlopig aangenomen dat alles in één klap tevoorschijn was getoverd door hogere, ongrijpbare wezens, die ook zeggenschap hadden over leven, ziekte en dood. Men noemde de wezens goden, begon ze te aanbidden om er een voorspoedig leven van te verkrijgen, en het begrip "godsdienst" was geboren.
Handboeken[bewerken]
“Gnoerf! Gnoerf! Gnoerf!”
Handige lui, die men "priesters" ging noemen, speelden daarop in, en begonnen allerlei verhaaltjes over hoe het zo allemaal gegaan was, en over hoe onvergeeflijk het zou zijn om van die verhaaltjes af te wijken, te bundelen, en met het schrift ontstonden de eerste natuurkundehandboeken. De auteurs van die verhaaltjes en daarvan afgeleide voorschriften hadden zichzelf al van in den beginne "in een hoek geschreven", en dat zou blijken wanneer de mensen ver genoeg geëvolueerd waren om écht onderzoek te gaan doen.
Vooruitgang[bewerken]
“Fysica! Fysica! Driewerf fysica!”
Aangezien de meeste religies vertrekken vanuit het principe dat minstens één godheid alles rondom ons en een beetje daarbuiten in een relatief korte periode uit het niets heeft laten ontstaan, is het begrijpelijk dat natuurkundigen en religieuzen op een bepaald moment met getrokken meettoestellen en heilige boeken tegenover elkaar gingen staan. "Onbepaald moment" is correcter, want we weten enkel dat het een Oude Griek was, die na een studiereis met zijn medeleerlingen van de Vijfde Latijnse naar Rome omstreeks 350 vóór C., de oorspronkelijke Griekse term voor deze jonge wetenschap ging verherlatiniseren. En Simon Stevin maakte er in de XVIIde eeuw "natuurkunde" van, een woord dat de hele wereld ons benijdt. In 350 vóór C. was het dus al een wetenschap, en druiste ze al tegen allerlei religieuze voorschriften in, zij het met weinig energie.
Nog meer vooruitgang[bewerken]
“Mmm! Mmm! Mmm!”
Na het insluimeren van het Griekse gedachtegoed, kregen de natuurkundigen een hart onder de riem gestoken dankzij de Renaissance, en nog een duwtje in de rug erbij tijdens de Verlichting. De religieuze tegenpartijen moesten al hun verbeelding te hulp roepen om de stelselmatig aangroeiende hoeveelheid waarnemingen en bewijzen om te buigen naar hun millennia oude leer: zo wordt ook vandaag nog aan de echte christenen diets gemaakt dat hun god ooit zal verklaren hoe, en vooral waarom hij dinosaurusskeletten in steenkool heeft gestopt, toen hij een paar duizend jaar vóór de geboorte van zijn (officieel toch) enige zoon het universum creëerde. Indien de god in kwestie ook nog een reeks andere wetenschappelijke bevindingen wil verklaren in akkoord met de aan hem gewijde geschriften, dan is het de uitverkoren aanwezigen aangeraden om hun boterhammetjes mee te brengen.
Natuurkunde en haar kleintjes[bewerken]
Omwille van de veelomvattendheid van deze wetenschap, werd al zeer vroeg besloten om ze op te splitsen in een resem onderdelen, waaronder levensnoodzakelijke vakgebieden zoals astrologie en biogeometrie, en meer obscure zoals de relativiteitstheorie en meteorologie.
Metafysica[bewerken]
Omdat natuurkundigen het er nooit over eens geraakt zijn welke vakgebieden nu precies allemaal tot de natuurkunde behoren, ontwikkelde Aristoteles omstreeks 330 vóór C. een wetenschap die zich uitsluitend bezighoudt met het bestuderen en definiëren van potentiële vakgebieden der natuurkunde. Deze metafysica of natuurkundekunde pretendeert een overzicht te bieden over deze vakgebieden, en de argumenten pro en contra een opname in de natuurkunde te boek te stellen. De metafysica is dus geen onderdeel van natuurkunde, maar zweeft er zo een beetje boven.
Lijst der aanvaarden[bewerken]
Tot de natuurkunde worden unaniem onder andere volgende vakgebieden gerekend:
- Astrologie: de studie van de invloed der hemellichamen op menselijke en dierlijke lichamen;
- Biogeometrie: de studie van de asymmetrie van gewervelde lichamen en van de methodes om hieraan te verhelpen;
- Relativiteitstheorie: de studie van de verhouding tussen de oerknal en de apocalyps, en alles daartussen;
- Meteorologie: de studie van meteoren, hun invloed op het klimaat, en de gemiddelde levensduur van een weerman.
Lijst der aspiranten[bewerken]
Tot de natuurkunde worden door sommigen onder andere volgende vakgebieden gerekend, maar door anderen dan weer niet:
- Metrologie: de studie van de impact van het openbaar vervoer op het globaal energieverbruik;
- Antizwaartekrachttheorie bij katten: een enkel op katten toepasbaar fenomeen dat de zwaartekracht trotseert;
- Idiologie: de studie van de invloed van idioot gedrag op de omwentelingssnelheid van de Aarde;
- Akoestiek: de studie van de stilte, het conserveren ervan, en het bestrijden van al wat de stilte verbreekt of anderszins geweld aandoet.
Het Fysisch Parlement[bewerken]
Net als in andere wetenschapstakken de norm is, hanteert de natuurkunde wetten, met als belangrijk verschil dat natuurwetten pas uitgevaardigd worden nadat daar door een bevoegd parlement toestemming tot is gegeven.
Marmari en Brussel[bewerken]
Tot de toetreding van Griekenland tot de Europese Unie in 1981, werden alle natuurkundewetten voorgelegd aan, en in het beste geval goedgekeurd door het Fysisch Parlement in Marmari, in het uiterste zuiden van de Peloponnesos. Dat kon daar eeuwenlang gebeuren, omdat geen invaller, zelfs geen Turk, in dat gedeelte van Griekenland ooit voet aan wal kreeg. Één der voorwaarden om tot de Europese Unie toegelaten te worden, was dat dat parlement naar Brussel zou verhuizen, om zodoende beter door Europa gecontroleerd te kunnen worden. Marmari, eens het universeel centrum der natuurkunde, is sindsdien ingedommeld en zo goed als verlaten: op een paar pittoreske ruïnes en een groot strandhotel na, is er niks meer te zien.
Stemming en aanvaarding[bewerken]
Het Fysisch Parlement houdt zich enkel bezig met het al dan niet stemmen van een wet: of het vakgebied in kwestie al dan niet unaniem aanvaard is als onderdeel der natuurkunde, is niet aan de orde. Wie een wet wil goedgekeurd krijgen die enigszins met natuurkunde zou kunnen te maken hebben kan die voorleggen, wat betekent dat ook de wetten van de natuurkundegebieden die (nog) niet als dusdanig unaniem zijn erkend, door dat parlement zijn goedgekeurd. Zelfs wie een totaal nieuw natuurkundevakgebied uit zijn duim zuigt, kan de bijhorende wetten aan het Fysisch Parlement voorleggen, met kans op goedkeuring. Zo zijn alle bij de antizwaartekrachttheorie bij katten horende wetten al gestemd, maar is er nog lang geen unanimiteit omtrent de aanvaarding als onderdeel der natuurkunde.
Bekende natuurkundigen[bewerken]
- Aristoteles, omwille van zijn "Metafysica" ("Natuurkundekunde") zonder twijfel het opperhoofd der beroemde natuurkundigen;
- Archimedes, beroemd omwille van zijn baanbrekende experimenten met badkuipen;
- Isaac Newton, baanbrekend omwille van zijn beroemde verhouding tot appels die niet ver van de boom vallen;
- Galileo Galilei, de man die de aarde in een baan om de zon bracht;
- Simon Stevin, de man die de natuurkunde (en andere vakken) in onze taal bracht;
- Stephen Hawking, de natuurkundige die zijn bevindingen telepathisch aan de wereld meedeelt;
- Albert Einstein, die stellen we u, trouwe en gecultiveerde Oncyclopedialezer, inmiddels niet meer voor.
Wetenschappen, en allerlei obscuur gepruts dat daarvoor doorgaat | |
Astrologie · Astronomie · Natuurkunde · Paleontologie · Psychologie · Quantumfysica · Scheikunde |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 20 juni 2016 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|