Goud
“Spreken is zilver en zwijgen is goud: al wie veel tatert, diens soep wordt snel koud.”
“Goud! Goud! Goud!”
“Lood!Lood!Lood!”
Goud is het alter ego van lood, en beiden vormen het enige in de vrije natuur voorkomende duometaal. Hoog geprezen in goudvorm, laag geacht in loodvorm, leidt het delven ervan tot grote frustraties en uiteindelijk tot oorlogen. Goud is een populair metaal voor het vervaardigen van een scala aan voorwerpen, zoals beelden, munten, tanden en trouwringen.
't Misverstand[bewerken]
Nog steeds zijn er mensen die menen dat goud en lood twee verschillende metalen zijn, met verschillende vindplaatsen en verschillende waarden. Toch gaat het over éénzelfde metaal, dat echter, volgens een nog steeds niet blootgelegd mechanisme, zolang het niet ontgonnen is van het ene aspect in het andere kan overgaan, wat van een goudmijn een loodmijn, en van een loodmijn weer een goudmijn kan maken, enzovoort. Het misverstand wordt nog vergroot, verdiept en verbreed, door de omstreeks 2500 vóór onze tijdrekening ontstane misvatting dat goud meer waard zou zijn dan lood. De mythe loopt niet toevallig parallel aan die van de toen gestichte stad Eldorado, waar alles uit goud zou bestaan, aldus suggererend dat dat een teken van ongehoorde rijkdom zou zijn, terwijl het waarschijnlijk om loden daken, dakgoten en kanaliseringen ging: het metaal is immers uiterst geschikt voor al wat met waterwerk te maken heeft, al wil een gemiddelde mens er wel eens een vergiftiging door oplopen, want "te veel is trop en trop is te veel".
Metamorfose[bewerken]
Zolang goud in de aarde verborgen zit, kan het elk moment veranderen in lood, en weer in goud, enzovoort. Een verklaring voor dit fenomeen is nog steeds niet gevonden, al beweerde de eminente expert in zowat alles, Professor W. Druyff, onlangs in een exclusief interview in De Telegraaf[1] dat hij op het punt staat de oplossing te vinden. De eerder aangehaalde misvatting over de waarde van het metaal zorgt er intussen voor dat eigenaars van goudmijnen angstvallig verzwijgen hoeveel goud en hoeveel lood zij precies tevoorschijn halen, wat het zicht op en het onderzoek van dit verschijnsel sterkt bemoeilijkt.
Steen der Wijzen[bewerken]
Van het goud dat de "Drie Wijzen uit het Oosten" omstreeks het jaar nul invoerden in Bethlehem, vond de door een afgunstige hotelhouder verwittigde Romeinse douane geen spoor, en voor het fraai ingepakte lood hadden ze geen oog. Allerhande geruchten over een miraculeuze "post excavationem"[2] metamorfose van lood in goud, leidden uiteindelijk tot de mythe van de "Steen der Wijzen", waarmee naar believen goud in lood en lood in goud kon worden getransformeerd, al naargelang een bezoek van de belastingsinspecteur werd verwacht of een opschepperige parvenu moest worden gekalmeerd.
Goud en gezondheid[bewerken]
Zoals alle zware metalen is ook goud slecht voor de gezondheid wanneer de mens het in te grote hoeveelheden tot zich neemt: een maximum van tweehonderdvijftig gram per persoon en per dag dient niet overschreden te worden. De reden is eenvoudig: met zijn hoge dichtheid van 15.330 kg/m³ belemmert het de spijsvertering, die bijvoorbeeld tot driemaal langer kan duren dan bij ander voedsel bij een opname van driehonderd gram in één maaltijd. Het belemmert ook de mobiliteit van de eter, die daardoor na de maaltijd een gemakkelijke prooi wordt voor allerlei roofdieren, zoals de bankdirecteur, de politicus en de industrieel.
Uitdrukkingen[bewerken]
Oorspronkelijk kwam goud enkel voor in de natuur, maar sinds de ontwikkeling van het taalgevoel bij de Homo Sapiens komt het ook voor in de talloze sappige uitdrukkingen die onze taal sindsdien rijk geworden is. Zowat alle uitdrukkingen zijn ontstaan in het goudmijnwerkersmilieu, zoals
- "Ochtendstond heeft goud in de mond": met deze zegswijze bedoelt men dat 's morgens vroeg de kans om goud te vinden het grootst is.
- "Het goudje leggen": hiermee wordt verwezen naar het afsluiten van de werkdag met het plechtig en nederig voor de voeten van de mijnbaas neerleggen van het laatst opgegraven stukje goud.
- "Een gouden handdruk krijgen": wanneer een goudmijnwerker het magische getal van 50 jaar trouwe dienst haalt, wordt hem een gouden afdruk van zijn rechterhand geschonken, en bij het overhandigen ervan houdt de mijnbaas de gouden hand vast alsof hij een gouden persoon de hand drukt.
- "De laatste goudjes wegen het zwaarst": weinig goudmijnwerkers halen de magische 50 jaar dienst, en dat wordt toegeschreven aan de traditie om oudere mijnwerkers grotere hoeveelheden goud te laten delven en verslepen.
- "De kip met de gouden eieren slachten": in het Frankrijk van de XVIIde eeuw werd geëxperimenteerd met het voeren van goudkorrels aan legkippen, in de hoop dat ze gouden eieren zouden leggen. Die éne keer dat dat gelukt is, in 1668, werd de kip in kwestie, Poupoule, geslacht door de hebzuchtige eigenaar die meende binnenin het geheim van die gouden eieren te vinden. Het ene gelegde gouden ei staat nog steeds ten toon in het Stedelijk Museum te Parijs, naast het even beroemde en uit dezelfde tijd daterende door Cocotte gelegde loden ei.
Goud in de sport[bewerken]
Goud wordt onlosmakelijk met sportieve prestaties verbonden, maar dat is niet altijd vanzelfsprekend geweest.
Olympische Spelen[bewerken]
Ten tijde van de Antieke Olympische Spelen werd alleen de winnaar van een wedstrijd bekroond (met een krans van olijfbladeren): de tweede en de derde plaats waren van geen tel. Het waren de Romeinen, die na hun verovering van Griekenland het onderscheid tussen eerste en tweede plaats maakten, eerst bij boksen en pingpong, later bij alle disciplines. Voor de eerste plaats ontwierpen zij een gouden medaille, voor de tweede plaats een loden. De medailles waren oorspronkelijk identiek: elke medaille had een gouden en een loden zijde, wat nog terug te vinden is in de uitdrukking "de keerzijde van de medaille". Bij de eerste moderne Olympische Spelen was de reputatie van lood zodanig geschonden, dat men een vervangmetaal zocht. Het niet kunnen kiezen tussen zilver en brons voor de tweede plaats, leidde tot het uitbreiden van het erepodium naar drie plaatsen.
Voetbal[bewerken]
Een beroepsvoetballer die gedurende een jaar boven zijn soortgenoten uitsteekt, wordt traditioneel beloond met een gouden rechterschoen, terwijl de voetballer die gedurende dat jaar het allerminst gepresteerd heeft, een loden linkerschoen uitgereikt krijgt. Dit laatste stuit op meer en meer weerstand van linksvoetigen (en in mindere mate linkshandigen) wereldwijd, maar hun protest wordt in de kiem gesmoord door voetbalbonzen uit culturen waar de linkerhand, en in mindere mate de linkervoet, als lidmaat des duivels wordt beschouwd.
Zie ook[bewerken]
- Andere leuke elementen, elementair, m'n beste Watson!
- Gouda
- Goudvis
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 20 februari 2017 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|