Zilveren Spijker

voormalig kasteel in Arnhem, Nederland

Het Zilveren Spijker was een kasteel of versterkt huis in de Nederlandse stad Arnhem, provincie Gelderland.

Zilveren Spijker
Tekening van Jacob van Deventer met het Zilveren Spijker (circa 1560-1570).
Tekening van Jacob van Deventer met het Zilveren Spijker (circa 1560-1570).
Locatie Arnhem
Algemeen
Kasteeltype spijker
Gebouwd in vóór 1524
Gesloopt in onbekend

Geschiedenis

bewerken

In 1524 verkreeg hertog Karel van Gelre het huis Zilveren Spijker na een goederenruil met Hendrick de Graeff. Karel liet het huis bouwen of verbouwen. Na zijn dood in 1538 werden zowel het Gulden Spijker als het Zilveren Spijker aan Steven van Rutenberch toebedeeld als compensatie voor geleden schade tijdens een veldtocht voor hertog Karel.

De voormalige bezittingen van de hertog werden echter in 1543 in beslag genomen door keizer Karel V. Agnes van Leeuwenberch, weduwe van Steven, vocht de inbeslagname aan. Zelf beleende ze Joost Sasbout in 1545 met de Zilveren Spijker, in 1547 gevolgd door diens zoon Arnt.

In 1562 vererfde het Zilveren Spijker naar de schoonzus van Agnes, Judith van Rutenberch, en haar echtgenoot Gilles Pieck van Enspijk. Twee jaar later verkocht Pieck het huis aan Frederick Boetzell en zijn vrouw Margriet. Het echtpaar deed in 1570 het huis weer van de hand aan burgemeester Willem van Poelwijck. Na zijn dood in 1575 is het niet duidelijk wat er met het Zilveren Spijker gebeurde.

Op een kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is een kasteelachtig gebouw te zien op een eilandje in de Sint-Jansbeek. Een kaart uit 1701 laat nog slechts de mogelijke restanten zien.

Beschrijving

bewerken

Over het uiterlijk van het Zilveren Spijker is niets bekend. Omdat het gebouw ook wel als ‘kleine spijker’ werd omschreven, zal het kleiner zijn geweest dan het nabijgelegen huis Gulden Spijker, dat een afmeting had van 8 bij 8 meter.

Ook de locatie is niet geheel duidelijk. Mogelijk stond het op een eilandje in de huidige Fonteinvijver van Park Sonsbeek, maar mogelijk stond het westelijker, op de Kleine Weide.[1] Het gebouw was in ieder geval omgeven door water en stond nabij de Begijnenmolen.