Angeroyen (havezate)
De havezate Angeroyen stond in het Nederlandse dorp Loo, provincie Gelderland. De precieze locatie van de havezate is niet duidelijk, maar waarschijnlijk lag het binnendijks in de buurt van het Looveer.[1]
Angeroyen | ||
---|---|---|
Locatie | Loo | |
Algemeen | ||
Kasteeltype | havezate | |
Gebouwd in | vóór 1405 | |
Gesloopt in | 18e eeuw? |
Ontstaan
bewerkenIn de middeleeuwen lag het dorp Angeroyen aanvankelijk in de Betuwe, maar door een verandering in de hoofdstroom van de Rijn kwam het dorp in de 14e eeuw in de Liemers te liggen. In 1405 werd gesproken van een hof te Angeroyen, in bezit van Arndt van Weylre en Johan van Heussen. Dit hof groeide uit tot de havezate.
Familie Gruyter
bewerkenIn 1554 ruilde Arndt Gruyter enkele goederen met zijn zwager Cracht Cloeck. De Cloeckenweerd heette daarom voortaan de Gruijtersweerd en de havezate kreeg toen waarschijnlijk ook de naam Angeroyen. Het is niet duidelijk of Angeroyen al een havezate was toen Gruyter deze in eigendom kreeg, of dat het huis deze titel kreeg vanwege zijn nieuwe adellijke eigenaar. In ieder geval stonden familieleden uit het geslacht Gruyter op de lijst van de ridderschap van Kleef vermeld.
In de 17e eeuw werd het huis Angeroyen verpacht. Vanaf 1625 was Henrich Offerman de pachter van het goed. Tien jaar later zal het huis schade hebben opgelopen vanwege een dijkdoorbraak bij Loo.
In 1643 verkochten Arnold Gruyter en Margaretha van Els de havezate aan Offerman. Arnold had namelijk geldproblemen en moest een groot deel van zijn bezittingen verkopen.
Einde van de havezate
bewerkenNa het overlijden van Offerman verkochten zijn erfgenamen in 1659 de goederen aan Egbert van Westreenen. Het huis Angeroyen werd op dat moment niet meer bewoond en was waarschijnlijk al een ruïne.
Begin 18e eeuw was de Heer Majoor van Westreenen de eigenaar.
In 1770 was er opnieuw een dijkdoorbraak, waarbij de laatste restanten van het huis waarschijnlijk zijn weggespoeld.
Vervolg
bewerkenIn 1832 had de familie Hoppenreijs de gronden in bezit. Willem Hoppenreijs, pastoor in Brummen, verkocht de bezittingen in 1859 aan Gerhardus Bouwman.
Rond 1870 werd het huis Angeroyen gesloopt door de gebroeders Wilting. Het ging hierbij niet om het al lang verdwenen middeleeuwse huis, maar om een latere woning. Als vervanging voor het afgebroken huis verrees er een nieuwe boerderij.
- Jan Vredenberg e.a. (2013). Kastelen in Gelderland. Matrijs, Utrecht, "Duiven", p. 221.
- Boekhorst, Frank (juli 2009). Angeroyen. Driepas 26 (2): pp.5-11
- ↑ Zie Driepas.