Naar inhoud springen

Zuid-Ossetische Autonome Oblast

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Юго-Осетинская автономная область
Autonome oblast in de Georgische SSR
1922 – 1990 Zuid-Ossetië 
Kaart
Georgische SSR in 1922 met autonome gebieden
Georgische SSR in 1922 met autonome gebieden
Algemene gegevens
Hoofdstad Tschinvali
Oppervlakte 3 900 km²
Bevolking 98 527 (1989)
Talen Russisch, Georgisch, Ossetisch
Munteenheid Roebel
Regering
Regeringsvorm Autonome oblast
Legislatuur Zuid-Ossetische Sovjet
Geschiedenis
- Oprichting 20 april 1922
- Eenzijdig uitroepen tot Sovjetrepubliek 20 september 1990
- Intrekking autonomie 10 december 1990

De Zuid-Ossetische Autonome Oblast (Georgisch: სამხრეთ ოსეთის ავტონომიური ოლქი, Ossetisch: Хуссар Ирыстоны автономон бӕстӕ, Russisch: Юго-Осетинская автономная область, Joego-Osetinskaja avtonomnaja oblast) was een autonome oblast die op 20 april 1922 gecreëerd werd binnen de Georgische SSR van de Sovjet-Unie.[2] Op 10 december 1990 werd de autonomie ingetrokken door de Opperste Sovjet van de Georgische SSR tijdens het oplopende Georgisch-Ossetisch conflict dat leidde tot de burgeroorlog in Zuid-Ossetië.[4] Momenteel wordt het grondgebied gecontroleerd door de separatistische republiek Zuid-Ossetië met politieke en militaire steun van Rusland dat deze republiek in 2008 erkende.

Zie Zuid-Ossetië#1921 - 1991: in de Sovjet-Unie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De belangrijkste etnische groep van de Zuid-Ossetische AO waren de Osseten. Gedurende het hele bestaan van de regio vertegenwoordigden de Osseten een stabiele meerderheid van meer dan twee derde van de bevolking. Georgiërs vormden de enige significante minderheid, met 25 tot 30% van de bevolking. Geen enkele andere etnische groep vormde meer dan 3% van de totale bevolking. Ongeveer de helft van alle families in de regio had een gemengde Ossetisch-Georgische achtergrond.[5] Aanzienlijke aantallen Osseten woonden ook elders in Georgië, met ongeveer 100.000 verspreid over het land.[7]

De hoofdstad Tschinvali werd in de jaren 1920 nog voornamelijk door Georgiërs bewoond, en kende een grote Georgisch Joodse populatie.[8] In 1939 waren de Osseten in de stad al de grootste bevolkingsgroep met 44,3% en in 1959 waren ze in de meerderheid (65,8%).[9]

Bevolkingssamenstelling Zuid-Ossetische AO
Jaar 1926[10] 1939[9] 1959[9] 1970[11] 1979[12] 1989[6]
Osseten 60.351 69,1% 72.266 68,1% 63.698 65,8% 66.073 66,5% 65.077 66,4% 65.232 66,2%
Georgiërs 23.538 26,9% 27.525 25,9% 26.584 27,5% 28.125 28,3% 28.187 28,8% 28.544 29,0%
Russen 157 0,2% 2.111 2,0% 2.380 2,5% 1.574 1,6% 2.046 2,1% 2.128 2,2%
Armeniërs 1.374 1,6% 1.537 1,4% 1.555 1,6% 1.254 1,3% 953 1,0% 984 1,0%
Joden [13]1.779 2,0% 1.979 1,9% 1.723 1,8% 1.485 1,5% 654 0,7% 396 0,4%
Anders 216 0,2% 700 0,7% 867 0,9% 910 0,9% 1.071 1,1% 1.453 1,5%
Totaal 87.375 106.118 96.807 99.421 97.988 98.527