Paradidymis
De paradidymis (meervoud: paradidymides), orgaan van Giraldés[1] of paradidymis van Waldeyer is een gelijkmatige, ronde of langwerpige knobbel van variabele grootte bestaande uit een verzameling kronkelige, afgesloten kanaaltjes, gelegen in het bindweefsel vóór het onderste deel van de zaadstreng, tussen de kop van de bijbal en de zaadleider. Het zijn de resten van de oernierkanaaltjes die bij de vorming van de teelballen geen aansluiting met het testisnetwerk van fijne kanaaltjes (rete testis) hebben gekregen. Het komt meestal alleen bij kinderen voor en verdwijnt bij volwassenen.
Deze dunne kanaaltjes zijn bekleed met cilindrisch trilhaarepitheel en vertegenwoordigen waarschijnlijk de overblijfselen van een deel van het lichaam van Wolff (lichaam van Wolff = oernier + metanefrogeen blasteem), zoals de bijbal, maar zijn functieloos en rudimentair. Het lichaam van Wolff functioneert als een oernier bij vissen en amfibieën, maar het overeenkomstige weefsel wordt gebruikt om delen van het mannelijke voortplantingssysteem te vormen bij andere klassen van gewervelde dieren. De paradidymis vertegenwoordigt een overblijfsel van een ongebruikt, geatrofieerd deel van het lichaam van Wolff.
De paradidymis is homoloog aan het vrouwelijke paroöforon, aangezien ze beide ontspringen uit de gangen van Wolff.[2]
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Paradidymis – Fact/Fiction and its Significance. Figure 1. Microscopic appearance of paradidymis (P) in the spermatic cord, amidst the dilated veins (V).
- Anatomical-structure/paradidymis in blauw
- Paradidymis
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Paradidymis op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑ (en) Fix, James D., Dudek, Ronald W. (1998). Embryology. Williams & Wilkins, Baltimore. ISBN 0-683-30272-8 "Vestigial remnants of the mesonephric tubules called the epoöphoron and paroöphoron may be found in the adult female."