Naar inhoud springen

Slag bij de Aisne (57 v.Chr.)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij de Aisne
Slag bij de Aisne
Slag bij de Aisne (57 v.Chr.) (Frankrijk (hoofdbetekenis))
Slag bij de Aisne (57 v.Chr.)
Datum 57 v.Chr.
Locatie de Miette en de Aisne
Resultaat Romeinse overwinning met zware verliezen aan Belgische zijde.
Strijdende partijen
Romeinse Rijk, Remi, Haedui Bellovaci, Suessiones, Nerviërs, Atrebates Ambiani, Morinen, Menapiërs, Caleti, Veliocasses, Viromandui, Atuatuci, Eburones, Caesaroesi, Condrusi, Paemani
Leiders en commandanten
Julius Caesar, Titus Labienus, Quintus Pedius, Quintus Titurius Sabinus, Lucius Aurunculeius Cotta, Diviciacus, Iccius Galba
Troepensterkte
30000 Romeinen
(+ onbekend aantal Remi en Haedui)
300000[1]
Verliezen
onbekend onbekend
Gallische Oorlog

Arar · Bibracte · Vesontio · Aisne · Sabis · 1ste Atuatuca · Octodurus · Veneti · Aquitanië · Britannia

Gallische Opstand · 2de Atuatuca · Avaricum · Gergovia · Lutetia · Alesia · Uxellodunum

De Slag bij de Aisne (Lat. Axona) bij de monding van de rivier de Miette in de rivier de Aisne in het huidige Franse departement Aisne was de eerste confrontatie van de Romeinen met de Belgen in 57 v.Chr. tijdens de Gallische oorlog. De coalitie werd bruut neergeslagen waarbij de Romeinen het Belgische grondgebied konden betreden.

Nadat de Helvetii onder leiding van Orgetorix en de Sueben onder leiding van Ariovistus werden verslagen ontstond er een Belgisch coalitieleger van ruim 300 000 strijders[2]. Met een leger van zes legioenen trok Caesar de Belgen tegemoet die zich volgens verkenners op het grondgebied van de Remi bevonden. Bibrax, de hoofdstad van de Gallische collaborateurs werd aangevallen door de Belgische opstandelingen toen Caesar bij de Aisne aankwam.

Nu Caesars legaat Sabinus een bruggenhoofd bij de Aisne had gecreëerd met zes cohorten (2880 man) zette Caesar zijn kamp op 12 km van Bibrax op. Dit staat nauwkeurig beschreven in De Bello Gallico. Caesar zond op verzoek van Iccius zijn Numidische ruiterij, Kretenzische boogschutters en Iberische slingeraars te hulp in een poging de stad alsnog te ontzetten en de Remi bij te staan. Nadat de stad definitief werd verslagen volgden een paar schermutselingen tussen de ruiterij van de Bellovaci, onder Galba, en de Romeinen. Galba viel ook de bruggenhoofden en de stellingen van Sabinus aan. Terwijl de Belgae de drassige rivier overwaden arriveerde de extra ruiterij en boogschutters en na hevige gevechten met zware verliezen was Galba gedwongen zich terug te trekken.
Galba besefte dat de Haedui o.l.v Diviciacus (op bevel van Caesar) zijn eigen land aan het plunderen waren en de proviand raakte op. Er volgde een wanordelijke terugtrekking van de Belgae welke werden achtervolgd door de Romeinse ruiterij en Labienus' soldaten. Zonder zich te kunnen organiseren lieten vele Belgen het leven.

stam
troepensterkte[3]
Bellovaci
60000
Nerviërs
50000
Suessiones
50000
Atrebates
15000
Morinen
25000
Menapii
7000
Atuatuca
19000
Eburonen, Condrusi, stammen van Germaanse afkomst
40000

De mislukte opstand zorgde voor een Romeinse doorbraak. De Suessiones en de Bellovaken gaven zich zonder verdere gevechten over gevolgd door vele andere stammen uitgezonderd de Nerviërs, Atrebates en Viromandui. Deze werden op hun beurt verslagen in de Slag aan de Sabis. In het laatste oorlogsjaar revolteerden ze opnieuw onder de Arvernische leider Vercingetorix. Vercingetorix leger werd ingesloten in Alesia en een ontzettingsleger faalde. Gallië was hierna Romeins gebied.