Naar inhoud springen

Malderburcht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Malderburcht
Locatie Malden
Algemeen
Kasteeltype mottekasteel
Bouwmateriaal tufsteen
Huidige functie grasland
Gebouwd in circa 1270
Gesloopt in 14e eeuw
Monumentale status Rijksmonument
Monumentnummer 45555

De Malderburcht was een mottekasteel in het Nederlandse dorp Malden, provincie Gelderland.

De burcht is waarschijnlijk rond 1270 gesticht. De bouwheer was Diederik Kortelueff, die in 1268 in Malden reeds een leengoed had ontvangen van de graaf van Kleef. Kortelueff was een bastaardzoon van Diederik Grote Loeff, broer van de Kleefse graaf Diederik.

Diederik Kortelueff werd in 1301 door graaf Diederik VIII van Kleef opnieuw beleend met een hof en de lage heerlijkheid Malden, onder voorwaarde dat zijn versterking een zogenaamd open huis voor de graaf werd.

De heerlijkheid Malden werd door Theodoricus de Malden, kleinzoon van Diederik Kortelueff, verkocht aan Gerardus van Hoorn en Perweis. Diens zoon Diederik van Hoorn verkocht Malden in 1348 weer aan Johan van Groesbeek, heer van Heumen. De familie Groesbeek verbleef op het kasteel Heumen, waardoor de Malderburcht niet meer nodig was en in verval raakte.

In 1618 vermeldde een juridische document nog de aanwezigheid van bouwmaterialen als tufsteen en kalk op de oude burchtheuvel.

De familie Groesbeek bleef tot 1660 eigenaar van de heerlijkheid Malden. De laatste eigenaar was Bernhard graaf van Welderen, die de heerlijkheid en het kasteelterrein in 1769 verkocht aan Nijmegen.

In 1902 kocht Jan Jacob Luden het kasteelterrein aan. Hij liet er in 1910 opgravingen uitvoeren, waarbij onder andere tufsteen is aangetroffen. In de jaren 30 van de 20e eeuw is de kasteelheuvel geëgaliseerd als onderdeel van de werkverschaffing. Bij deze werkzaamheden is een grote hoeveelheid Jacobakannetjes gevonden.

De ronde burcht was opgetrokken uit tufsteen en stond op een motte met een doorsnee van ongeveer 29 meter. Er was een voorburcht aanwezig. Rondom de burcht lagen een wal en dubbele gracht. Deze gracht werd gevoed door de Leigraaf, een watergang die was aangelegd om het Maldense Broek te ontwateren. Inclusief de buitenste gracht had het burchtterrein een doorsnee van 120 meter.

De contouren van de gracht zijn nog in het landschap herkenbaar.