Naar inhoud springen

Inname van Rotterdam (1488)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Inname van Rotterdam
Onderdeel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten
Jonker Frans van Brederode verovert Rotterdam in 1488, gravure Simon Fokke (1784)
Jonker Frans van Brederode verovert Rotterdam in 1488, gravure Simon Fokke (1784)
Datum 17-18 november 1488
Locatie Rotterdam, Holland
Resultaat Rotterdam behoort toe tot de Hoekse beweging
Strijdende partijen
Hoeken Kabeljauwen
Stadspoorters Rotterdam
Leiders en commandanten
Frans van Brederode Willem van Reimerswaal
Troepensterkte
850 manschappen[1] 300 stadspoorters (verdeeld over de stad)
Verliezen
niemand niemand
Oorlog tussen de Hoeken en Kabeljauwen tussen 1350 - 1490

Eerste stroming
Slag bij Naarden · Kabeljauwse verbondsakte (1350) · Hoekse verbondsakte · Slag bij Veere (1351) · Slag bij Zwartewaal (1351) · Kastelen Veroveringstocht (1351-53) · Beleg van Medemblik (1351) · Beleg van Geertruidenberg (1351-1352) · Slag bij Soest (1356) · Beleg van Heusden (1358) · Beleg van Heemskerk (1358) · Beleg van Delft (1359) · Beleg van Kasteel Altena (1393) · Arkelse Oorlogen (1401-1412)
Tweede stroming
Beleg van IJsselstein (1416-17) · Beleg van Gorinchem (1417) · Beleg van Dordrecht (1418) · Inname van Rotterdam (1418) · Zoen van Woudrichem (1419) · Beleg van Leiden (1420) · Beleg van Geertruidenberg (1420) · Inname van Henegouwen (1424) · Beleg van Schoonhoven (1425) · Slag bij Alphen aan den Rijn (1425) · Slag bij Brouwershaven (1426) · Kennemer opstand (1426) · Beleg van Haarlem (1426) · Slag bij Hoorn (1426) · Beleg van Amersfoort (1427) · Slag bij Wieringen (1427) · Beleg van Zevenbergen (1427) · Beleg van Gouda (1428) · Zoen van Delft (1428)
Derde stroming
Utrechts Schisma (1423-1449) · Utrechtse Burgeroorlog (1456-1458)· Beleg van Deventer (1456) · Plundering van IJsselstein (1466) · Inname van Den Haag (1479) · Stichtse Oorlog (1481-1483) · Beleg van Leiden (1481) · Slag bij Scherpenzeel (1481) · Inname van Dordrecht (1481) · Slag bij Vreeswijk (1481) · Plundering van Naarden (1481) · Inname van Eemnes (1481) · Slag bij Westbroek (1481) · Inname van Vianen (1482) · Inname van Hoorn (1482) · Beleg van IJsselstein (1482) · 2e Slag bij Vreeswijk · Beleg van Rhenen (1483) · Beleg van Montfoort (1483) · Beleg van Utrecht (1483)
Vierde stroming (Jonker Fransenoorlog)
Inname van Rotterdam (1488) · Mislukte invallen van Schiedam (1488-90) · Bestorming van Schoonhoven (1488) · Inname van Woerden (1488) · inname van Geertruidenberg (1489) · Aanslag op Delft (1489) · Slag op de Lek (1489) · Aanslag op Gouda (1489) · Slag bij Overschie (1489) · Beleg van Rotterdam (1489) · Slag bij Moordrecht (1490) · Beleg van Montfoort (1490) · Slag bij Brouwershaven (1490)

De Inname van Rotterdam vond plaats op 18 november 1488 (18e van slachtmaand)[2] tijdens de Jonker Fransenoorlog, de laatste strijd binnen de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Jonker Frans van Brederode voer vanuit Sluis met ruim 1000 manschappen naar Rotterdam.

De vloot arriveerde op de ochtend van 17 november op de Maas en reikte tot Delfshaven, een half uur lopen van Rotterdam. Hier stopte de groep en ging voor anker. Na overleg ging Frans van Brederode aan land met aan zijn zijde 850 manschappen. De overige mannen liet hij achter, onder leiding van zijn halfbroer Walraven (de bastaard) van Brederode en Dirk van Hodenpyl. Op de zeedijk die naar Rotterdam liep, werd de groep in twee divisies gesplitst. De eerste met Frans en de heren Jan van Naaldwijk en Cornelis van Treslong aan het hoofd, de tweede werd geleid door Steven van Nieveld en Hendrik Wyts[3]. Voordat het pad vervolgd werd, sprak Jonker Frans zijn mensen moed in en zei dat deze actie belangrijk was voor het behoud van hun volk. De manschappen trokken toen richting Schiedamse Poort, de eerste groep hield zich op ter hoogte van die poort, tussen het riet verscholen, aan de tweede groep gaf Frans orders om enkele meters ten noordwesten van de stad een gracht over te steken (hedendaagse Coolsingel "veste") en de laagste muur te beklimmen (nabij de "Jan Vettentoren") om van daaruit de Schiedamse Poort van binnenuit te openen.

Deze actie werd met snelheid en in stilte succesvol uitgevoerd. De wacht bij de poort had geen weerstand kunnen bieden door deze verrassende aanval[4]. De poort werd geopend en de mannen van Frans van Brederode konden zonder enig bloedvergieten de stad in komen. Een kleine groep zou zich gericht hebben op de naast gelegen burcht "Bulgersteyn", een op dat moment slot ruïne met drie zware torens. Van Brederode liet zijn troepen opnieuw in tweeën splitsen en zo de stad in trekken. De ene groep ging langs de Maaswal (ter hoogte van het hedendaagse Blaak) richting de stadshaven waar de wacht uit acht man bestond. Deze gooiden hun wapens neer en besloten te vluchten. Vervolgens kwam de groep bij de Blauwen toren die door 12 mannen werd bewaakt. Deze wierpen hun wapens ook neer en de Hoekse stoet trok via de Roodenbrug naar de oostkant van de stad waar bij de Utrechtse aanlegplaats een stenen sterkte stond, het meest zwaarbewaakte punt van de stad. Van Brederode was van plan om deze sterkte bij verrassing in te nemen en niet domweg aan te vallen, ook was hij bevreesd dat iemand de nog slapende bevolking in rep en roer zou brengen, omdat hij de Schiedamse poort en Blauwen toren onbewaakt achtergelaten had. De stenen sterkte werd binnen een uur veroverd met een simpel man-tegen-mangevecht, zonder enig bloedvergieten[5]. De tweede groep ging via de Spuiwal (ter hoogte van de hedendaagse Noordsingel) naar het marktplein, dat compleet onbewaakt werd aangetroffen. Daar werden 150 man gestationeerd, waarna de rest verder trok naar het stadhuis, dat zonder slag of stoot werd ingenomen.

In drie uur tijd werd Rotterdam zonder bloedvergieten ingenomen. De volgende ochtend werd de burgers bekendgemaakt dat ze vanaf nu onder bescherming stonden van Jonker Frans van Brederode.

De hoogste ambtsbekleder in Rotterdam was op dat moment baljuw Willem van Reimerswaal, die met zijn vrouw Lyda van der Does op tijd wist te ontsnappen en niks meer kon doen om de inname te verijdelen. In de Rotterdamse haven lagen allemaal schepen afkomstig uit Keulen, Frankrijk, Engeland en Oost-Europa, gevuld met wijn, tarwe, koren en diverse andere spullen. Van Brederode nam deze spullen in beslag, maar hield niks voor zichzelf. Hij verdeelde dit onder de burgerbevolking, wat hem sympathie opleverde.