Heinrich Witte
Heinrich Witte | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 10 mei 1829 | |||
Overleden | 9 januari 1917 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Bekend van | Hortus botanicus Leiden | |||
Standaardafkorting | Witte | |||
Toelichting | ||||
De bovenaangeduide standaardaanduiding, conform de database bij IPNI, kan gebruikt worden om Heinrich Witte aan te duiden bij het citeren van een botanische naam. In de Index Kewensis is een lijst te vinden van door deze persoon (mede) gepubliceerde namen.
| ||||
|
Heinrich Witte (Rotterdam, 10 mei 1829 - Bennekom, 9 januari 1917) was een Nederlands botanicus en publicist. Hij werkte van 1855 tot 1898 als hortulanus van de Hortus botanicus Leiden en ging na zijn pensioen in Bennekom wonen.
Voornaam
[bewerken | brontekst bewerken]Er is geen eenstemmigheid over de spelling van de voornaam van Witte. In het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891) door F. Jos van den Branden en J.G. Frederiks[1] wordt zijn naam gespeld als "Henrick Witte". Zo wordt de naam ook op WorldCat wel gebruikt.[2]
Formeel heette hij 'Henrich', net zoals zijn grootvader van vaders kant, want zo is zijn voornaam in zijn geboorteakte opgenomen.[3] Kooy stelt dat hij echter altijd werd aangesproken als 'Heinrich'.[4]
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Heinrich Witte was de zoon van Dievertje de Jong en Carsten Witte (1802-1881). Heinrich's vader, geboren in Fiefharrie (tegenwoordig Negenharrie, Sleeswijk-Holstein, Duitsland), was in het begin van de jaren 20 naar Nederland gekomen. Hij werkte eerst in Haarlem, maar in 1824 verhuisde hij naar Rotterdam. Hij werd in 1828 de eerste hortulanus van de Hortus botanicus aan de Boomgaardslaan. De hortus maakte deel uit van de Rotterdamse Klinische School, en heeft bestaan tot 1869. Carsten Witte woonde op het terrein van de hortus, en daar werd Heinrich in 1829 geboren. Na de lagere school kwam Heinrich als tuinjongen in de Hortus te werken. Hij volgde college bij C.A.J.A. Oudemans, die aan de Rotterdamse Klinische School was verbonden en werd onder-hortulanus bij zijn vader.[5]
Witte trouwde op 28 augustus 1852 met Henriette Marie Elisabeth van der Woerd.[6]
In 1853 werd hij door directeur Willem Hendrik de Vriese aangesteld als eerste tuinier bij de Hortus botanicus Leiden. Na het overlijden van hortulanus Jacobus Schuurmans Stekhoven in 1855 werd Witte aangesteld in deze functie. Hij werd de rechterhand van de in 1857 aangetreden directeur Willem Frederik Reinier Suringar. Witte bleef hortulanus tot hij op 1 april 1898 met pensioen ging.
Na zijn pensionering ging Heinrich Witte wonen in Bennekom, waar hij wetenschappelijke artikelen over tuinbouw en plantkunde bleef schrijven. Hij schreef in 1901 drie artikelen over de omgeving van Bennekom, met wandelroutes, voor het populaire tijdschrift Eigen Haard. In 1902 verscheen zijn Wandelgids voor Bennekom's omstreken (herdruk 1907). Zijn schrijfsels worden beschouwd als een belangrijke bijdrage aan het op de toeristische kaart zetten van Bennekom in die tijd.[7]
Witte overleed in Bennekom op 87-jarige leeftijd. Zijn uitvaart vond plaats vanuit de Hortus botanicus in Leiden, waarna hij begraven werd op de begraafplaats Groenesteeg aldaar.
De Leidse Hortus
[bewerken | brontekst bewerken]Heinrich Witte werd in 1853 als tuinier in de Hortus botanicus Leiden aangesteld. Reeds op 15 september 1854 kon de directeur van de hortus, de hoogleraar Willem Hendrik de Vriese melden, dat Witte, door hem "aan den Akademietuin (...) verbonden", "een jong mensch (was) van bekwaamheid, goeden aanleg en geschiktheid, die naar 't mij voorkomt, eenmaal de plaats van de Hortulanus zou kunnen vervullen."[8] Toen een jaar later de hortulanus Schuurmans Stekhoven overleed werd Witte door De Vriese voorgedragen als opvolger. Bij de voordracht, gedateerd 18 september, was een sollicitatiebrief van Witte gevoegd, meldde deze, dat hij in Rotterdam al onder-hortulanus was geweest en dat hij in Leiden "onder hetgene door mij verrigt is, (meent) te mogen noemen de vervaardiging van eenen Catalogus van den geheelen tuin, met uitzondering van de boomen en de heesters, welke arbeid ik onder toezigt en medewerking van den Hoogleeraar de Vriese heb verrigt."[8] Op 3 oktober 1857 werd Willem Frederik Reinier Suringar benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de botanie aan de Leidse universiteit, en tot vervanger van De Vriese. Kort daarna vertrok De Vriese naar Nederlands-Indië. Vanaf dat moment fungeerde Suringar als directeur. Samen met Witte zou hij ruim veertig jaar lang, tot zijn overlijden in 1898, de Leidse hortus onder zijn hoede hebben. Die periode begon tumultueus, met het afstaan van een deel van de tuin voor de bouw van de Sterrewacht Leiden.[9]
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]Heinrich Witte was Officier in de Orde van Oranje-Nassau, ridder in de Oostenrijkse Frans Jozef-Orde en ridder in de Spaanse Orde van Isabella de Katholieke.
Heinrich Witte en Bennekom
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste keer dat Heinrich Witte over Bennekom schreef was in zijn novelle Het driekleurige viooltje uit 1875. Het eerste hoofdstuk van Het driekleurige viooltje gaat over Bennekom en hoe Witte daar van het dorp en de omgeving ging houden. De schrijver had in 1874 in Bennekom gelogeerd bij de familie H.W. Dros, in het huis Erica aan de Heelsumseweg. Dat huis was kort daarvoor gebouwd.[10]
Witte zelf ging in 1898 in Bennekom wonen in een huis dat anno 2019 De Hulst heet (op de hoek van de Edeseweg en wat nu de Acacialaan is). Rond 1905 verhuisde hij naar een huis dat hij Villa Linnaea noemde. Daar sleet hij zijn laatste levensjaren. Ook dat huis bestaat in 2019 nog, het heet Uyteneng en staat op de hoek van de Molenstraat en de Edeseweg.[11]
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Witte, Heinrich (1856). De ouderdom der boomen. A.W. Sijthoff, Leiden.[12]
- Witte, H. (1866). Handboek voor den bloementuin, met opmerkingen voor de behandeling der planten in de koude en warme kas. J.B. Wolters, Groningen.[13]
- Witte, H. (1867). 't Groote in 't Kleine. Praatjes over planten. J.B. Wolters, Groningen.[14]
- Witte, H. - Flora : afbeeldingen en beschrijvingen van boomen, heesters, éénjarige planten, enz., voorkomende in de Nederlandsche tuinen. Groningen: Wolters. Met afbeeldingen van Abraham Jacobus Wendel (1868).[15]
- Het driekleurige Viooltje Leiden : E.J. Brill (1875).[16]
- [1875-1883]: (redacteur) Sieboldia, weekblad voor den tuinbouw in Nederland tevens orgaan der Boskoopsche Pomologische Vereeniging. Leiden : E.J. Brill.
- Wandelgids voor Bennekom's omstreken. Leiden : E.J. Brill (1902).[17]
- Een bloemenkrans. Populair botanische schetsen. Leiden : A.W. Sijthoff (1909).
Externe links
- Biografie van Heinrich Witte in Biografisch Woordenboek Gelderland.
- Hortulanus Witte en de planten uit Japan, tentoonstelling in de Oude UB van Leiden, aug/nov. 2016.
Voetnoten
- ↑ Henrick Witte. Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (1888-1891). dbnl. Gearchiveerd op 23 augustus 2019. Geraadpleegd op 13 oktober 2019.
- ↑ WorldCat identity voor Witte, H. (Henrick). Op bepaalde plaatsen komt ook "Henrik Witte" voor (bijv. hier). Gearchiveerd op 7 oktober 2022.
- ↑ Lever 1999, p. 2.
- ↑ Kooy 2020, p. 8.
- ↑ Lever 1999, p. 1-3.
- ↑ Heinrich Witte. RKD. Geraadpleegd op 9 oktober 2019.
- ↑ Lever 1999. Zie ook: Tijdbalk : Heinrich Witte. Historische Vereniging Oud-Bennekom. Gearchiveerd op 27 april 2019. Geraadpleegd op 10 februari 2019.
- ↑ a b geciteerd bij Karstens & Kleibrink 1982, p. 74.
- ↑ Karstens & Kleibrink 1982, p. 75-77.
- ↑ Witte 1875. Zie ook Lever en v.d. Valk 2009.
- ↑ Kwant 2019.
- ↑ Witte 1856: OCLC 10214527 etc. In 1860 vertaald in het Duits: Das Alter der Bäume; eine populäre Abhandlung. Aus dem Holländischen frei bearbeitet von Johannes Muller. Berlin : E. Gross. (OCLC 603018925 etc.; digitale kopie in Bayerische StaatsBibliothek; kopie in HathiTrust Digital Library). Gearchiveerd op 13 oktober 2019.
- ↑ Witte 1866: OCLC 913576989 etc., digitale kopie in Google Books. Tweede druk: Zwolle : Tjeenk Willink (1877). OCLC 1018376745 etc., kopie in Google Books;. Gearchiveerd op 23 juli 2023.
- ↑ Witte 1867: OCLC 65718797, OCLC 913731161, digitale kopie in Google Books. Tweede druk: Utrecht : Gebr. Van der Post (1873). (OCLC 898831934, OCLC 898831884, OCLC 78276062 (EROMM). kopie in HathiTrust Digital Library. (OCLC 645918488), kopie in Google Books (OCLC 922548997).). Gearchiveerd op 5 mei 2022.
- ↑ Witte 1868: OCLC 67458116; let op: beschikbaar in veel edities.
- ↑ Witte 1875: OCLC 943348325 (etc.).
- ↑ Witte 1902: OCLC 64497708 (etc.). Tweede (geheel om- en bijgewerkte) druk: Haarlem : Insulinde (1909): OCLC 66115222 (etc.).
Bronnen
- Karstens, W.K.H., Herman Kleibrink (1982). De Leidse Hortus, een botanische erfenis. Waanders, Zwolle. ISBN 90 70072 92 0.
- Kooy, Rinny E. (2020). Heinrich Witte. Een prominent hortulanus van de Leidse Hortus botanicus. Ginkgo, Leiden. ISBN 978 90 71256 82 0.
- Kwant, Tineke (2019). Mijn foto: Pension Linnaea. De Kostersteen 2019 (150): 2 (zie ook: Lever 1999, p. 16)
- Lever, A.J. (1999). Heinrich Witte (1829-1917), hortulanus. Een man die meehielp Bennekom op de toeristische kaart te zetten. Gearchiveerd op 31 mei 2023. De Kostersteen 1999 (69): 1-20
- Lever, Bert, Arno van der Valk (2009). Bennekom te boek. Sporen van Bennekom in oude en nieuwe boeken. Historische Vereniging Oud-Bennekom, Bennekom, "1874 - Een kar komt langzaam de zandweg af - Heinrich Witte", pp. 43-48. ISBN 978 90 78592 02 0.