Naar inhoud springen

Korrelgrootte (sediment)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een 'zandliniaal'. Dit is een plastic schijf met cellen waarin (los) zand van verschillende korrelgrootten is opgesloten. De schijf wordt gebruikt voor het schatten van korrelgrootten (vooral in het veld). Aanwezige korrelgrootten: 16, 50, 75, 105, 150, 210, 300, 420, 600, 1000, 1400, 2000 micrometer (NB deze grenzen zijn niet meer in gebruik)

De korrelgrootte of textuur is in de aardwetenschappen de diameter van de klasten in een sediment, bodem of sedimentair gesteente. Afhankelijk van deze korrelgrootte kunnen de klasten grind, zand, silt of klei worden genoemd.

Omdat zulke begrippen vrij vaag blijven zijn door een aantal sedimentologen classificaties opgesteld.

Internationale classificatie: NEN-EN-ISO 14688

[bewerken | brontekst bewerken]

NEN-EN-ISO 14688 bestaat uit twee delen. In deel 1 wordt de identificatie van grondsoorten behandeld. Deze wordt toegepast bij het macroscopisch beschrijven van grond, zoals dat bijvoorbeeld in het veld gebruikelijk is. Deel 2 zet de standaard voor de classificatie van grondmonsters zoals die op basis van in het laboratorium gemeten proeven wordt vastgesteld. Hiermee is het bij het opstellen van een plan voor grondonderzoek voor de opdrachtgever en voor de uitvoerende partij mogelijk om op eenduidige wijze specificaties voor het onderzoek op te stellen.

Voorheen werd de Nederlandse classificatie NEN 5104 gebruikt. Deze is in 2016 vervallen.

De standaard voor classificatie van sediment is in Nederland vastgelegd in NEN-EN-ISO 14688 (Geotechniek - Classificatie van onverharde grondmonsters) samen met NEN 8990:2020 nl; in België in NBN EN ISO 14688-1:2018. Inhoudelijk zijn de Nederlandse en Belgische normen gelijk. Deze normen zijn niet gelijk aan de hieronder beschreven Wentworth classificatie. De vele honderdduizenden beschrijvingen van sedimenten in grondboringen die zich in het archief van de Nederlandse geologische dienst bevinden, zijn volgens de classificatie van NEN 5104. Een korte beschrijving en uitleg geven Van der Meulen et al, 2003. De hieronder genoemde korrelgrootten betreffen de D50 (mediane korrelgrootte). Dit is de waarde waarbij 50% van de korrels in de zandfractie grover zijn dan D50 en 50% fijner. Er bestaan verschillende schalen voor korrelgrootte. In Nederland is de classificatie NEN-EN-ISO 14688 de meest gebruikte. De genoemde 50% is een gewichtspercentage, niet het aantal korrels. De D50 wordt bepaald met een zeefkromme. De genoemde onder- en bovengrenzen zijn dus niet de kleinste en grootste korrels in een monster, maar de range waarbinnen de D50 moet liggen.

De Nederlandse korrelgrootte classificatie is als volgt:

Ondergrens Bovengrens Fractie
630 mm - blokken
200 mm 630 mm keien
63 mm 200 mm stenen
16 mm 63 mm Zeer grof grind
5,6 mm 16 mm Matig grof grind
2 mm 5,6 mm Fijn grind
0,420 mm 2 mm Uiterst grof zand
300 µm 420 µm Zeer grof zand
210 µm 300 µm Matig grof zand
150 µm 210 µm Matig fijn zand
105 µm 150 µm Zeer fijn zand
63 µm 105 µm Uiterst fijn zand
2 µm 63 µm silt
- < 2 µm lutum

Classificatie volgens de Wentworthschaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Een internationaal veel gebruikte classificatie is die van de Amerikaan J.A. Udden uit 1898. Deze schaal werd in 1922 door C.R. Wentworth uitgebreid en verfijnd en wordt de Udden-Wentworthschaal, of Wentworthschaal genoemd. Naar W.C. Krumbein wordt de korrelgrootte soms uitgedrukt op een logaritmische schaal, volgens de vergelijking:

waarin

de Krumbein phi is en
de diameter in millimeter.

Andersom kan voor elke de diameter worden gevonden met:

Krumbein φ Diameter Wentworthklasse Nederlandse vertaling
< −8 > 256 mm boulder keien
−6 tot −8 64–256 mm cobbles stenen
−5 tot −6 32–64 mm very coarse gravel, pebbles zeer grof grind
−4 tot −5 16–32 mm coarse gravel, pebbles grof grind
−3 tot −4 8–16 mm medium gravel, pebbles middel grind
−2 tot −3 4–8 mm fine gravel, pebbles fijn grind
−1 tot −2 2–4 mm very fine gravel, granules erg fijn grind
0 tot −1 1–2 mm very coarse sand zeer grof zand
1 tot 0 ½–1 mm coarse sand grof zand
2 tot 1 ¼–½ mm medium sand middel zand
3 tot 2 125–250 µm fine sand fijn zand
4 tot 3 62.5–125 µm very fine sand zeer fijn zand
8 tot 4 3.90625–62.5 µm silt silt
> 8 < 3.90625 µm clay klei
>10 < 1 µm colloids colloïden

Let op dat de Nederlandse vertalingen van de grootheden in deze indeling niet overeenkomen met de Nederlandse classificatie van korrelgrootten hierboven! Soms wordt met grind alles bedoeld dat groter is dan zand, dus ook het Engelse granule, pebble, cobble en boulder kunnen onder grind vallen. Dat is in Nederland niet gebruikelijk.

Zie de categorie Sediments by particle size van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.