Dit was het eerste seizoen waarin onder de vlag van de KNVB een professionele Eredivisie werd afgewerkt. De puntentelling was twee punten per overwinning en één punt voor een gelijkspel.
Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal waren de sterkste clubs van het hele land verenigd in één enkele competitie. Het allereerste doelpunt in de Eredivisie werd op 2 september 1956 door Tonny van der Linden van DOS gemaakt in de wedstrijd tegen Sparta. Met het doelsaldo van 64 voor en 40 tegen werd Ajax landskampioen met vier punten voorsprong op nummer twee Fortuna '54. De Limburgers speelden zoveel lucratieve midweekse wedstrijden in het buitenland dat dit onherroepelijk tot puntverlies moest lijden.
Ajax behaalde het negende landskampioenschap, nog maar eentje minder dan het record van het Haagse HVV (tienmaal landskampioen tussen 1891 en 1914).
PSV'er Coen Dillen vestigde het tot op heden nog staande record van de meeste doelpunten in één seizoen: 43.