Naar inhoud springen

Elizabeth Bowes-Lyon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Elizabeth Bowes-Lyon
1900–2002
Portret van Richard Stone, 1986
Portret van Richard Stone, 1986
Koningin van het Verenigd Koninkrijk
Periode 1936-1952
Voorganger Mary van Teck
Opvolger Elizabeth II
Gemaal van Britse monarch
Periode 1936–1952
Voorganger Mary van Teck
Opvolger Philip Mountbatten
Koningin-moeder
Periode 1952–2002
Voorganger Mary van Teck
Geboren 4 augustus 1900
Overleden 30 maart 2002
Vader Claude George Bowes-Lyon
Moeder Cecilia Nina Cavendish-Bentinck
Partner George VI
Kinderen Elizabeth
Margaret

Elizabeth Angela Marguerite Bowes-Lyon (Hitchin,[1] 4 augustus 1900Windsor, 30 maart 2002) was de vrouw van koning George VI van het Verenigd Koninkrijk en de moeder van koningin Elizabeth II. Ze was de laatste keizerin van India. Na de dood van George VI werd ze Queen Elizabeth, the Queen Mother (de koningin-moeder) genoemd.[2]

Ze werd geboren in 1900, als negende van de tien kinderen van Claude George Bowes-Lyon, de veertiende Graaf van Strathmore en Kinghorn, en Cecilia Nina Cavendish-Bentinck, een rechtstreekse afstammeling van Hans Willem Bentinck, graaf van Portland. Ze trouwde in 1923 met de verlegen prins Albert, hertog van York, de tweede zoon van George V. Daardoor verkreeg ze de titel 'Hertogin (Duchess) van York'. Ze kregen twee dochters, Elizabeth en Margaret.

In 1936 trad de toenmalige Britse koning Edward VIII af om te kunnen trouwen met de gescheiden Amerikaanse Wallis Simpson. Zijn broer Albert werd in 1937 gekroond tot koning George VI. Hij stierf in 1952, waarna Elizabeth de titel "Her Majesty Queen Elizabeth, The Queen Mother" (koningin-moeder) kreeg. In de volksmond werd dit "Queen Mum".

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Elizabeth werd enorm populair door tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen te blijven, zelfs nadat Buckingham Palace door een Duitse bom was getroffen. Bij voorgaande bezoekjes aan de zwaar getroffen arbeiderswijk East End was ze nog uitgejouwd. Ze zei dat ze door die gebeurtenis de mensen uit die wijk nu recht in het gezicht kon kijken.

De koningin stond bekend om haar anti-nazisme. Hitler noemde haar de "gevaarlijkste vrouw van Europa". Na de oorlog was het gezin mateloos populair, samen met Churchill kregen ze veel huldeblijken van de Britten. Sindsdien verwierf de koningin een soort cultstatus, en werd ze met veel respect bejegend.

Elizabeth hield van zingen rond de piano en van kunst, juwelen en antiek. Ze stond ook bekend om haar liefde voor dieren. Ze bezocht vaak het paardenrennen, inclusief het loket van het altijd aanwezige bookmakerskantoor Ladbrokes om een gokje te wagen[bron?]. Daarnaast had ze een roedel corgi's, die haar altijd gezelschap hielden (na haar dood nam haar dochter de honden over). Haar exclusieve dansfeesten en haar vermogen om 'als een kerel te drinken' waren algemeen bekend. Ze bouwde een privécollectie met waardevolle kunst in haar residentie, Clarence House. In 1952 kocht ze in Schotland het Castle of Mey, en liet het restaureren met haar eigen geld. Dit kasteel werd geërfd door haar kleinzoon de Prins van Wales, de huidige koning Charles III. Deze koninklijke residentie staat open voor bezoekers.

Met haar opvallende taaiheid, levenslust en humor was ze op het moment van haar overlijden ouder dan welk lid van welke koninklijke familie ter wereld dan ook. Een jaar later verbrak haar schoonzuster prinses Alice, Hertogin van Gloucester echter haar leeftijdsrecord. Haar verjaardagen werden landelijk gevierd en, geliefd als ze was, hield zij de populariteit van de Engelse monarchie in stand. Koning Charles noemde haar "het cement van de koninklijke familie" en "een vrouw met wie je kon lachen tot de tranen over je wangen rolden".

Op 30 maart 2002, om 15.15 uur, overleed ze in de Royal Lodge van Windsor Castle aan de gevolgen van een verkoudheid en longontsteking. Kort voor haar was ook haar dochter Margaret overleden. Haar andere dochter Elizabeth zat aan haar sponde. Ze werd 101 jaar oud. Op 9 april 2002 kreeg ze een koninklijke ceremoniële begrafenis. Ze werd bij haar echtgenoot en dochter bijgezet in de St George's Chapel van Windsor Castle.

  • Toen Elizabeth geboren werd, was Victoria nog koningin. Aldus heeft ze zes Britse koningen gekend en twee troonopvolgers.
  • Op 24 februari 2009 werd een bijna drie meter hoog bronzen standbeeld onthuld van de koningin-moeder afgebeeld in haar jonge jaren, gekleed in de dracht van de Orde van de Kousenband. Daarachter staat het standbeeld van haar echtgenoot, koning George VI. Op een koperen rand staan taferelen uit haar leven afgebeeld: met haar honden in de tuin, tijdens paardenrennen en bij een van haar bezoeken aan de plat gebombardeerde volksbuurt East End tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  • Toen ze stierf had ze zes miljoen euro schuld. Ze had wel tachtig persoonlijke bedienden, van wie er altijd één 's nachts de wacht hield buiten haar slaapkamerdeur.
  • Naast haar honden hield ze van vissen (op zalm) en van haar paarden die 455 wedlopen wonnen. Ze gokte altijd op de rennen.
  • Ze stond er tevens om bekend dat ze zelf haar hoge leeftijd dankte aan twee gin-tonics per dag, een voor de lunch en een voor het diner. Ze dronk haar gin tonic half-om-half (half gin - half tonic).
Kwartierstaat van Elizabeth Bowes-Lyon
Overgrootouders Thomas Lyon-Bowes
(1801-1834)

Charlotte Grimstead
(1797-1881)
Oswald Smith
(1794–1863)

Henrietta Mildred Hodgson
(1805-1891)
William Charles Augustus Cavendish-Bentinck
(1780-1826)

Anne Wellesley
(1788-1875)
Edwyn Burnaby
(1798-1867)

Anne Caroline Salisbury
(1805-1881)
Grootouders Claude Bowes-Lyon (1824-1904)

Frances Smith (1832-1922)
Charles Cavendish-Bentinck (1817-1865)

Louisa Burnaby (1832-1918)
Ouders Claude Bowes-Lyon (1855-1944)

Cecilia Cavendish-Bentinck (1862-1938)

Elizabeth Bowes-Lyon (1900-2002)

Zie de categorie Queen Elizabeth, The Queen Mother van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.