Naar inhoud springen

DRB Baureihe 52

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
DRB Baureihe 52
DRB Baureihe 52
Aantal ongeveer 7000
(geen exact aantal bekend)
Nummering zie tekst
Fabrikant zie tekst
In dienst 1942-1950
Uit dienst 1944 ...
Asindeling 1'E h2 + 2'2'
Spoorwijdte 1435 mm
Massa locomotief 136 ton
Massa tender 18.7 ton
Aslast 15.4 ton
Diameter drijfwielen 1400 mm
Diameter loopwielen 850 mm
Lengte over buffers 22.975 mm
27.532 mm (met  condenstender)
Maximumsnelheid 80 km/h voor- en achterwaarts
Roosteroppervlak 3.89 m2
Maximum stoomspanning maximaal 16 bar
Aantal cilinders 2
Diameter × slaglengte cilinders 600 x 660 mm
Waterinhoud 30 m3 water
Brandstofvoorraad 10 ton kolen
Vermogen 1,192 kW (1,598 hp)
Treinbeïnvloeding Indusi / ATB-E
Remsysteem Knorr
stroomsysteem 24 volt (Dynamo op stoom)
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer

De Baureihe 52 is een serie stoomlocomotieven van de Deutsche Reichsbahn, die vanaf 1942 in grote aantallen werden gebouwd als Kriegslokomotive (oorlogslocomotief) om te kunnen voorzien in de logistieke behoeften van de Wehrmacht gedurende Tweede Wereldoorlog. Deze serie moet niet worden verward met de DB-serie 052 - de in 1968 met computernummer omgenummerde exemplaren van de serie 050.[1]

De locomotieven zijn ontworpen met de serie DRB Baureihe 50 als voorbeeld. Ze waren bedoeld om zware goederentreinen tot 1.200 ton op diverse trajecten in Duitsland en de bezette gebieden, dus ook op nevenlijnen met slecht aangelegd spoor, met 65 km/uur te kunnen trekken. Om zo snel mogelijk aan de wensen van de Wehrmacht te kunnen voldoen werd zoveel mogelijk bezuinigd en vereenvoudigd ten opzichte van de serie 50. Koperen en messing onderdelen werden zo weinig mogelijk toegepast; in plaats daarvan werd staal gebruikt. Dit proces begon al bij de bouw van de serie 50, die men dan ook wel Übergangskriegslokomotive of BR 50 ÜK noemde.

Doordat de locomotief zo eenvoudig mogelijk opgebouwd werd, kon er in korte tijd een grote serie van gemaakt worden. Men schat dat er uiteindelijk meer dan 7.000 stuks zijn gebouwd. De eerste locomotieven van deze serie werden gebouwd in 1942. Ze waren drie ton lichter dan de serie 50, dus de asdruk van 15 ton verminderde nauwelijks. Het frame bestond uit gewalste staalplaten. Sommige locomotieven kregen de barframes van overgebleven Baureihe 50-locomotieven. De drijfstangen werden uit gewone H-profielen samengesteld, waar de lagerhouders aan werden vastgemaakt. Later kregen de locomotieven ook eenvoudige windleiplaten van het type Witte-windleibladen, deze waren bedoeld om neerslaan van rook te voorkomen die het zicht van de machinist kon belemmeren.

Een aantal locomotieven werd later in het kader van het Rekonstruktions Programm van de Oost-Duitse Deutsche Reichsbahn omgebouwd tot Baureihe 52.80. Ze kregen hierbij onder andere een andere ketel, cilinders, appendages en een ander machinistenhuis. Deze locomotieven hadden slechte rijeigenschappen als losse loc of met een zeer lichte trein, doordat de stoomschuiven dan niet goed functioneerden. Dit heeft men pas in de jaren tachtig bij enkele locs enigszins kunnen verbeteren.[bron?]

De locs werden over het algemeen uitgerust met een Wannentender type 2'2' T 30, de eerste exemplaren ook met het type Wiener Steifrahmentender 4 T 30 met stijfgelagerde assen. Voor de locomotieven DRG BR 52 1850 - 2027 die dienstdeden op het tot normaalspoor omgebouwde Russische breedspoor, en lange afstanden moesten afleggen, ontwikkelde men twee types condenstenders die de afgewerkte stoom tot voedingswater konden verwerken. Ook is een aantal locomotieven gekoppeld aan de standaard T 34 tender. Met deze tenders werden de locs echter te lang voor de 20 meter lange draaischijven in Duitsland. Bij de Oost-Duitse DR zijn ook nog tenders ontwikkeld voor het stoken van kolenpoeder.

52 8080
Tender van Br 52

De locomotieven uit de serie 52 werden doorgaans gebruikt om middelzware goederentreinen te rijden. Indien nodig reden ze ook wel personentreinen door hun maximumsnelheid van 80 km/uur. In dubbeltractie of voorspan konden ook de zwaarste goederentreinen worden vervoerd. Bij de Oost-Duitse spoorwegen hebben ze tot het eind van het stoomtijdperk in de jaren negentig dienstgedaan, ondanks het feit dat bij het ontwerp van deze serie rekening werd gehouden met een relatief korte levensduur van ongeveer vijf jaar.

Merkwaardig is het lot van de bedrijfsvaardige Oost-Duitse loc BR 52 8134. Deze loc werd na oprichting van DB-AG toch nog van het niet geheel correcte nummer 052 134-4 voorzien, ruim 17 jaar na de ontstoming van de DB. Op 6 november 1994 werd deze loc na een laatste rit afgevoerd.

De BR 52 als museumloc

[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal locs en dan vooral BR 52.80 is terechtgekomen bij diverse spoorwegmusea in verscheidene Europese landen.

In Nederland zijn op dit moment negen stoomlocomotieven van de serie bewaard gebleven. In de jaren negentig stond stoomloc BR 52 8091-2 als statisch object bij het AMC te Amsterdam. Deze loc is na klachten weggehaald[2] en staat nu bij de VSM.

De Stichting Stadskanaal Rail (S.T.A.R.) te Stadskanaal bezit een Russische versie van de serie 52, de TE-5933. Deze locomotief bevond zich in het Bw Posen[3] en is na de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-Unie terechtgekomen maar niet herspoord naar het Russische breedspoor. De loc is met de grote rode ster op de kleine rookkastdeur en wit geschilderde wielbanden een opvallende verschijning.

Museumlocomotief 52 5448 in het Hauptbahnhof Leipzig.
De loc's 52 532 en 52 8053 van de VSM te Beekbergen.
52 5088
52 5088

De VSM bezit zes locomotieven van de serie 52/52.80. Hieronder bevindt zich een van de ÖBB afkomstige variant. Ze is in de grijze kleurstelling van de Wehrmacht geschilderd. Lang niet alle exemplaren van de bij de VSM aanwezige locomotieven zijn bedrijfsvaardig.

Fabrikanten en aantallen

[bewerken | brontekst bewerken]

Doordat de Baureihe 52 een zeer eenvoudig te bouwen locomotief was, werden vrijwel alle locomotieffabrieken in Duitsland en de bezette gebieden ingeschakeld voor de productie. Hieronder een tabel met wellicht niet altijd correcte aantallen per fabrikant.[bron?]

Fabrikant
plaats
Aantal
Floridsdorf Wenen 1.053
Henschel-Werke Kassel 1.050
Berliner Maschinenbau AG (BMAG) Berlijn 647
Krauss-Maffei München 613
Borsig Berlijn 542
Schichau-Werke Elbing 505
Maschinenbau und Bahnbedarfs AG (MBA)
(onderdeel van Orenstein & Koppel)
Babelsberg 400
H. Cegielski – Poznań (HCP) Posen 314
Fablok Chrzanów 264
Esslingen Esslingen 250
Jung Jungenthal, Kirchen 231
Škoda Pilsen 153
Grafenstaden Straatsburg 139
Geschat aantal gebouwde locomotieven
(het is niet bekend hoeveel er gebouwd zijn na de Tweede Wereldoorlog)
6.295
  • 'Taschenbuch Deutsche Dampflokomotiven'. Horst J. Obermayer. Uitgeverij Franckh’sche Verlagshandlung, Stuttgart. ISBN 3-440-03643-X
  • Dieter Wünschmann: 'Von der Kriegslok zum Arbeitstier - Die Baureihe 52 bei der DR'. Eisenbahn-Bildarchiv, EK-Verlag, Freiburg 2005, ISBN 978-3-88255-355-0
  • Alfred B. Gottwald: 'Deutsche Kriegslokomotiven 1939 - 1945', Transpress, ISBN 3-344-71032-X
  • Alfred B. Gottwald: 'Deutsche Eisenbahnen im Zweiten Weltkrieg' / 'Rüstung, Krieg und Eisenbahn (1939 - 1945)', Kosmos, ISBN 3-440-05161-7
  • Miachel Reimer: 'Die Lokomotiven der Baureihe 52 - Geschichte, Einsatz und Verbleib. Eine Stationierungsdokumentation', Lokrundschau, ISBN 3-931647-03-X
  • Helmut Skasa: 'Kriegslokomotive K 52 - Technisches Portrait einer tausendfach produzierten Dampflokomotive', Resch, ISBN 3-9805967-6-1
  • Peter Slaughter, Alexander Wassiljew, Roland Beier: 'Kurze Geschichte der Kriegslokomotiven Baureihe 52 u. ihr Verbleib in Ost u. West', ISBN 3921980607
  • Michael Reimer, Dirk Endisch: 'Baureihe 52.80 - Die rekonstruierte Kriegslokomotive', GeraMond, ISBN 3765471011
  • Dieter Zoubek - Erhaltene Dampflokomotiven in und aus Österreich, Eigenverlag, 2004, ISBN 3-200-00174-7
  • Helmut Griebl, Hansjürgen Wenzel: 'Geschichte der Kriegslokomotiven, Reihe 52 und Reihe 42', J.O.Slezak, Wien 1971, ISBN 3-900134-03-0
Zie de categorie DRB Class 52 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.