wrijfpaal
Uiterlijk
- wrijf·paal
- samenstelling van wrijf ww en paal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wrijfpaal | wrijfpalen |
verkleinwoord | wrijfpaaltje | wrijfpaaltjes |
de wrijfpaal m
- (scheepvaart) zware lostaande meerpaal die op de hoek van een kunstwerk staat om dit kunstwerk te beschermen bij de doorvaart van schepen
- (veeteelt) paal waaraan vee in de wei zich kan wrijven
- (figuurlijk) iemand die tot voorwerp van spot of hekeling uitgekozen wordt
- De wrijfpaal zijn
de schuld krijgen (van alles)
- Het woord wrijfpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wrijfpaal" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Veeteelt in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %