wisselvalligheid
Uiterlijk
- wis·sel·val·lig·heid
- afgeleid van wisselvallig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisselvalligheid | wisselvalligheden |
verkleinwoord | - | - |
de wisselvalligheid v
- het wisselvallig zijn
- Het woord wisselvalligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.