wiskundige
Uiterlijk
- Geluid: wiskundige (hulp, bestand)
- wis·kun·di·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wiskundige | wiskundigen |
verkleinwoord |
de wiskundige m
- (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent
1.
wiskundige
- verbogen vorm van de stellende trap van wiskundig
- ▸ De hele schouderpartij was een soort modernistische improvisatie, heel ver verwijderd van de wiskundige regelmaat van de lokale kunst.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord wiskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal