welnee
Uiterlijk
- wel·nee
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep ter ontkenning’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- samenstelling van wel en nee [2]
welnee
- drukt uit dat men het volledig bij het verkeerde einde heeft
- Ach, welnee!, dat valt allemaal best mee, hoor.
- Het woord welnee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welnee" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "welnee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ welnee op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be