voedingsrijk
Uiterlijk
- voe·dings·rijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voedingsrijk | voedingsrijker | voedingsrijkst |
verbogen | voedingsrijke | voedingsrijkere | voedingsrijkste |
partitief | voedingsrijks | voedingsrijkers | - |
voedingsrijk
- met een hoge voedingswaarde
- ▸ Volgens de verkopers zitten de visjes en schildpadden in zeer voedingsrijk water waarin ze het minstens een maand uit kunnen houden. Zo voedingsrijk blijkt dat water niet te zijn, want de diertjes blijven slechts een paar dagen in leven aan je sleutelbos.[1]
- ▸ Ook eigenaren van koeien en paarden hebben last van de droogte. Normaal staan hun dieren in de zomer veel op het land, waar ze voedingsrijk gras kunnen eten. Maar dat is nu veel te dor. Daarom voeren ze hun dieren bij met hooi of kuilgras. Alleen bestaat hooi uit gras en dus dreigen er tekorten.[2]
- Het woord voedingsrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Vis aan je sleutelbos” (Woensdag 6 april 2011), NOS
- ↑ Weblink bron “'Niet genoeg hooi voor in de winter'” (Donderdag 2 augustus 2018), NOS