verdient
Uiterlijk
- ver·dient
vervoeging van |
---|
verdienen |
verdient
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdienen
- Jij verdient.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdienen
- Hij verdient.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdienen
- Verdient!
- ▸ Toen ik mijn tienjarige zoon vroeg wat hij ervan vond dat ik zo lang weg zou zijn, antwoordde hij: ‘Geen idee, dat weet ik toch pas als je weg bent?’ Grappig vond ik zijn opmerking over het motief van mijn reis: ‘Wat is het nut van je wandeling? Je bereikt en verdient er niks mee.’ Mijn vijftienjarige dochter reageerde net als mijn vrouw pragmatisch en recht door zee.[1]
- Het woord verdient staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers