vangt
Uiterlijk
- vangt
vervoeging van |
---|
vangen |
vangt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vangen
- Jij vangt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vangen
- Hij vangt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vangen
- Vangt!
- Het woord vangt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.