Naar inhoud springen

tolken

Uit WikiWoordenboek
  • tol·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tolken
tolkte
getolkt
zwak -t volledig

tolken

  1. inergatief gesproken- of gebarentaal terstond vertalen
    • De radiotoespraak wordt in het Fins uitgesproken, is er iemand nodig die Fins-Nederlands kan tolken. 

de tolkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tolk
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be