tekende
Uiterlijk
- te·ken·de
vervoeging van |
---|
tekenen |
tekende
- enkelvoud verleden tijd van tekenen
- Ik tekende.
- Jij tekende.
- Hij, zij, het tekende.
- Ik tekende.
- Het woord tekende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.