Naar inhoud springen

slot

Uit WikiWoordenboek
  • slot
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord slot sloten
verkleinwoord slotje slotjes

[A] het sloto

  1. (techniek) mechanisme of elektronisch(-mechanische) hulpmiddel waarmee in combinatie met een sleutel of ander mechanisch hulpmiddel, of een cijfercode, een vingerafdruk of ander biometrische eigenschap een object met bijvoorbeeld een deur of een raam kan worden afgesloten
     En ja.... sta me toe'Hij maakte het pakje open en legde het sieraad snel om de hals van Christa, deed het slotje dicht en zette een paar passen naar achteren.[5]
  2. (bouwkunde) een middeleeuwse versterkte woning, ook wel kasteel of burcht genoemd
  3. einde
  • [1] achter slot en grendel
    goed en stevig opgesloten (van gedetineerden)
  • [1] op slot gaan
    niet meer kunnen bewegen
•  Door de spanning van de afgelopen week was mijn lijf op slot gegaan en ik hoopte dat hij mij weer kon laten ontspannen. [6] 
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord slot slots
verkleinwoord slotje slotjes

[B] het sloto

  1. langwerpige dunne opening (bijvoorbeeld in een computer waarin een uitbreidingskaart kan worden bevestigd)
  2. vastgesteld tijdsinterval voor een activiteit
  3. (luchtvaart) periode waarin een vliegtuig op een bepaalde luchthaven mag opstijgen of landen

[B] de slotm

  1. machine waarmee je na betaling door inworp van een muntje in een gleuf een kansspel voor een prijs kan spelen
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
  1. slot op website: Etymologiebank.nl
  2. Oudnederlands Woordenboek
  3. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  4. Middelnederlandsch Woordenboek
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  6. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
slot slots

slot

  1. gleuf, groef, spleet, sleuf, uitsparing
  2. geul
  3. tijdsinterval
  4. gokautomaat, gokkast
  5. hertenspoor
  6. (vulgair) vagina

slot

  1. inergatief in een uitsparing passen
  2. overgankelijk een uitsparing maken in
  3. overgankelijk achtervolgen
  4. overgankelijk inplannen, inlassen [1]