style
Uiterlijk
- style
vervoeging van |
---|
stylen |
style
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stylen
- Ik style.
- gebiedende wijs van stylen
- Style!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stylen
- Style je?
- Het woord style staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
style mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord styl
enkelvoud | meervoud |
---|---|
style | styles |
style
- stijl
- manier, wijze
- (beschrijvende plantkunde) stijl; buisvormige, middelste gedeelte van de stamper
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
style | le style | styles | les styles |
style m
- (beschrijvende plantkunde) stijl; buisvormige, middelste gedeelte van de stamper
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Afrikaans
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Beschrijvende plantkunde in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Beschrijvende plantkunde in het Frans