Naar inhoud springen

rijvak

Uit WikiWoordenboek
Vier rijvakken voor een verkeerslicht.
  • rij·vak
enkelvoud meervoud
naamwoord rijvak rijvakken
verkleinwoord - -

het rijvako

  1. met strepen op het wegdek afgebakend deel van een weg waarop auto's achter elkaar rijden
    • Een van de rijbanen is beschadigd door een bominslag zodat alle verkeer over een rijvak moet.  [1]
91 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]