pederast
Uiterlijk
- pe·de·rast
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘man die seks bedrijft met jongens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse eraō [ik heb zinnelijk lief] met het voorvoegsel pedo- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pederast | pederasten |
verkleinwoord | - | - |
- man die seks bedrijft met jongens
- Het woord pederast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pederast" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "pederast" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pederast op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be