pakking
Uiterlijk
- pak·king
- Naamwoord van handeling van pakken met het achtervoegsel -ing [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakking | pakkingen |
verkleinwoord | pakkinkje | pakkinkjes |
de pakking v
- (techniek) een afdichting gemaakt van een flexibel materiaal gebruikt in motoren en pompen om iets water- of luchtdicht te maken
- Mobiliteitsvereniging VAB claimde vorig jaar dat E10 schadelijk kan zijn voor sommige (oudere) wagens omdat het bijtender is dan de oude Euro 95 en dichtingen, keerringen en pakkingen in een motor kan aanvreten. [3]
- In het bedrijf van Zomer ligt het vol met de 'ingewanden' van automotoren. Kleppen, pakkingen, zuigers, krukassen, nokkenassen, bouten en moeren in alle soorten en maten. [4]
1. (techniek) een afdichting gemaakt van een flexibel materiaal gebruikt in motoren en pompen om iets water- of luchtdicht te maken
- Het woord pakking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pakking" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ pakking op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 20/augustus/2012 door jta
- ↑ Tubantia 03-06-2008
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be