Naar inhoud springen

koks

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Koks


  • koks

de koksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kok


koks mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kok


  • koks
Naar frequentie 24026

koks

  1. gebiedende wijs van kokse

koks,

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van kok
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koks     koksen          
genitief   koks'     koksens          
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koks     kokset          
genitief   koks'     koksets          

koks

  1. cokes
  • kul og koks
kolen en cokes


  • koks

koks

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van koksen


koks m

  1. cokes; ontgaste steenkool
  2. (spreektaal) coke; cocaïne
  3. (spreektaal) doping; specifiek anabole steroïden
  1. koka

koks mbezield

  1. (dysfemisme) bodybuilder; specifiek iemand die anabole steroïden gebruikt


koks m

  1. cokes; ontgaste steenkool
  2. (spreektaal) coke; cocaïne


  • koks
  • Afgeleid van het Duitse Koks

koks monbezield

  1. cokes; ontgaste steenkool
  2. (spreektaal) coke; cocaïne
  1. kok monbezield
  1. kokain monbezield