jeugdpuistje
Uiterlijk
- Geluid: jeugdpuistje (hulp, bestand)
- IPA: /jøxtpʌʏsʲə/
- jeugd·puist·je
- samenstelling van jeugd en puistje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | jeugdpuistje | jeugdpuistjes |
het jeugdpuistje o dim. tant.
- een aandoening van de huid -vooral in het gezicht- die vaak de opgroeiende jeugd treft
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord jeugdpuistje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.