interruptie
Uiterlijk
- Geluid: interruptie (hulp, bestand)
- in·ter·rup·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderbreking’ voor het eerst aangetroffen in 1501 [1]
- afgeleid van het Franse interruption (met het voorvoegsel inter-) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interruptie | interrupties |
verkleinwoord | interruptietje | interruptietjes |
de interruptie v
- Onderbreking
- In parlementen betekent een interruptie een onderbreking van iemand die in een vergadering aan het woord is. Interrupties zijn in parlementen heel gebruikelijk. In de Nederlandse Tweede Kamer staan acht interruptiemicrofoons opgesteld, voor leden die de spreker die achter het spreekgestoelte het woord voert of de bewindspersoon in Vak K willen onderbreken.
- Het woord interruptie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "interruptie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "interruptie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ interruptie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be