inclusief
Uiterlijk
- in·clu·sief
- [A] Van middeleeuws Latijn inclusive, later geïnterpreteerd als een leenwoord uit Frans inclusif, v inclusive, op te vatten als afgeleid van inclusie met het achtervoegsel -ief; in de betekenis van ‘met inbegrip van’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1] [2]
- [B] Ontleend aan Frans inclusif, voor het eerst aangetroffen in 1985, zie vindplaats hieronder.
- [B.2.] Beïnvloed door Engels inclusive, aangetroffen sinds 2015.
- [B.3.] Aangetroffen sinds 2012.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als voorzetsel.
[A] inclusief
- met inbegrip van
- als verbinding met een onderdeel waarvan niet vanzelfsprekend is dat het in het geheel wordt meegenomen
- om de aandacht op een onderdeel te vestigen
- ▸ De meeste rijke mensen (30 miljoen dollar plus) wonen volgens het Wealth Report nog steeds in de VS. Maar de kans om je uit armoede te bevrijden, de sociale mobiliteit, is in Noord-Europa – inclusief Nederland – véél groter dan in de VS.[5]
- ▸ Die top duurde maar liefst negentig uur, omdat Europese leiders zich ervan bewust waren dat ze samen door één deur moeten, en dat ze daarom naar alle stemmen, inclusief die van de dwarsliggers, moeten luisteren.[6]
- [1.1] "Inclusief korting" betekent "na toepassing van de korting"[7]:
- • De normale prijs is €20, inclusief 40% korting is de prijs dus €12.
- [1.1] Als het gaat om bijkomende kosten of voorzieningen kan "inclusief" ook als achterzetsel worden gebruikt:
- • Je kunt hier overnachten voor 50 euro, in een kamer met douche, ontbijt inclusief.
Wanneer uit de context duidelijk is wat bijkomende kosten of voorzieningen zijn, kan "inclusief" ook op zichzelf worden gebruikt.
- • Je kunt hier overnachten voor 50 euro, in een kamer met douche, ontbijt inclusief.
- • Je kunt hier overnachten voor 50 euro inclusief.
1. met inbegrip van
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inclusief | inclusiever | inclusiefst |
verbogen | inclusieve | inclusievere | inclusiefste |
partitief | inclusiefs | inclusievers | - |
[B] inclusief
- omvattend, incorporerend
- ▸ maar als exemplarisch beoefenaar van het vak - op unieke wijze inclusief en evenwichtig, geen maniak[8]
- (politiek) gericht op deelname van mensen uit achtergestelde groepen, met de bedoeling maatschappelijke uitsluiting tegen te gaan
- ▸ In de Volkskrant deed columnist Martin Sommer voorkomen alsof het museum bot ving omdat het niet ‘divers en inclusief’ genoeg zou zijn.[9]
- ▸ Wil inclusief onderwijs in Vlaanderen slagen, dan moeten leerkrachten meer bijscholing krijgen, en daarvoor is veel meer geld en veel meer ondersteuning nodig.[10]
- (taalkunde) de persoon of groep die wordt aangesproken omvattend
Gezegd met betrekking tot de 1e persoon meervoud in talen die verschillende vormen voor "wij" gebruiken afhankelijk van het al of niet inbegrepen zijn van de aangeprokene(n).- ▸ Binnen de niet-enkelvoudige vormen wordt nogal eens een onderscheid gemaakt tussen inclusief en exclusief. Bij inclusieve referentie is de toegesprokene inbegrepen, bij exclusieve referentie niet.[11]
- Het woord inclusief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inclusief" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[12] |
- ↑ inclusief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "inclusief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Willem Pekelder“Eenzaam avontuur” (22 oktober 2020) op nrc.nl
- ↑ Rosanne Hertzberger“De Kamerleden die wegliepen hadden gelijk” (22 augustus 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Michel Kerres“Het einde van mijn Amerikaanse droom” (23 oktober 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Kiza Magendane“Rutte, word nu eens groter dan jezelf” (25 juli 2020) op nrc.nl
- ↑ www.ginfo.nl/absoluut-en-relatief-in-excel-tabellen
- ↑ Marcel JanssensMagister doctorum in: Dietsche Warande en Belfort, Jaargang 130 (1985), Standaard Uitgeverij, Antwerpen
- ↑ Weblink bron Lotfi El Hamidi“Een parel minder in de erfgoedkroon” (19 augustus 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Maarten GoethalsInclusief onderwijs valt of staat met leerkracht in: De Standaard (17/11/2015) op standaard.be
- ↑ Weblink bron Anne E. Baker e.a. (eds.)“Taal en Taalwetenschap” (2012), John Wiley & Sons, Chichester, 2e druk, ISBN 9780470672136, p. 153
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ief in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Voorzetsel in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %