hoogwerker
Uiterlijk
- Geluid: hoogwerker (hulp, bestand)
- hoog·wer·ker
- samenstelling van hoog en werker [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogwerker | hoogwerkers |
verkleinwoord | hoogwerkertje | hoogwerkertjes |
de hoogwerker m
- een verrijdbaar toestel waarmee men op een veilige manier aan hoger gelegen installaties kan werken
- Het woord hoogwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoogwerker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be