hut
Uiterlijk
- hut
- via Middelnederlands hutte van Middelhoogduits hütte, in de betekenis van ‘houten woning’ aangetroffen vanaf 1475 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hut | hutten |
verkleinwoord | hutje | hutjes |
- (bouwkunde) primitieve behuizing voor mens en huisdier, gemaakt van ter plaatse aanwezig materiaal: hout, plaggen, leem e.d. (een behuizing voor uitsluitend dieren, wordt nooit een 'hut' genoemd)
- Gelukkig staan de meeste hutjes nu in een openluchtmuseum.
- ▸ Midden in de nacht schrok ik wakker doordat de deur met een klap opensloeg. Twee jongens sprongen verschrikt de hut in, een hoop commotie veroorzakend.[4]
- ▸ Op de hoogste top van Californië. Geen enkele beschutting, behalve een hutje met een metalen dak.[4]
- schuilgelegenheid in de bergen
- De vorige bewoners hadden de hut netjes achtergelaten.
- eenvoudige behuizing als vacantieverblijf op een kampeerterrein of in recreatiegebied
- Op het terrein staan ook enkele trekkershutten.
- (scheepvaart) ruimte aan boord van een schip voor werkzaamheden van de bemanning, of als accommodatie voor passagiers
- De patrijspoort in de hut was gesloten.
|
- [1] abri, afdak, beschutting, huis, huisvesting, iglo, noodwoning, onderdak, woning
- [2] herberg, onderdak, schuilplaats
- [3] bivak, kamp, kampeertent, logies, motel
- [4] bemanning, kamer, kombuis, kaartenkamer, kajuit, passagier, slaapkamer, stuurhuis
1. een primitieve woning
Na te kijken
- Het woord hut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hut" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hut (eenvoudige kleine woning) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "hut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 4,0 4,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
hut | huts |
chat
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to hut |
he/she/it | huts |
verleden tijd | hutted |
voltooid deelwoord |
hutted |
onvoltooid deelwoord |
hutting |
gebiedende wijs | hut |
- onovergankelijk verblijven in een hut, barak e.d.
- overgankelijk onderbrengen in een hut, barak e.d.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Militair in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels