grote cubavink
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te cu·ba·vink
- geoniem, vaste verbinding van grote en de samenstelling van Cuba en "eiland en land in het Caribisch gebied " en vink zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote cubavink | grote cubavinken |
verkleinwoord | groot cubavinkje | grote cubavinkjes |
- (zangvogels) Tiaris olivaceus een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). De vogel is 10 tot 11 cm lang. Het is een kleine, groengrijze vink met oranje op de kruin en op de kin. Deze soort telt 5 ondersoorten
- Het woord 'grote cubavink' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.