gourmet

Niet te verwarren met: gourmette

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gourmet    (hulp, bestand)
• IPA: / ɡurˈmɛt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• gour·met

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘fijnproever’ voor het eerst aangetroffen in 1865
• van Frans gourmet

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gourmet	gourmets
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de gourmet m

1. (kookkunst) iemand die van lekker eten en drinken houdt en kleine verschillen in smaak kan opmerken
2. (kookkunst) maaltijd waarbij ieder aan tafel zijn eigen eten met klein kookgerei uit aangeboden ingrediënten klaarmaakt

Synoniemen

• [1] fijnproever
• [1] foodie
• [1] gastronoom
• [1] lekkerbek

Afgeleide begrippen

• [2] gourmetstel

Opmerkingen

• De woorden gourmettearmband en gourmetteketting zijn niet samengesteld met 'gourmet', maar met Frans gourmette.

Werkwoord

vervoeging van
gourmetten

gourmet

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van gourmetten
2. gebiedende wijs van gourmetten

Gangbaarheid

• Het woord gourmet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gourmet" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• gour·met

enkelvoud	meervoud
gourmet	gourmets

Zelfstandig naamwoord

gourmet m

1. fijnproever

Synoniemen

• gastrónomo

Verwijzingen

• gourmet in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española