campus
Uiterlijk
- cam·pus
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘universiteitsterrein’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
- van het Latijnse campus (veld, vlakte)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | campus | campussen |
verkleinwoord | campusje | campusjes |
de campus m
- Het woord campus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "campus" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "campus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- van het Latijnse campus (veld, vlakte)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
campus | campuses campi |
campus
- van het Latijnse campus (veld, vlakte)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
campus | le campus | campus | les campus |
campus m
campus m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | campus | campī |
genitief | campī | campōrum |
datief | campō | campīs |
accusatief | campum | campōs |
vocatief | campe | campī |
ablatief | campō | campīs |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 2de verbuiging in het Latijn