brandkoren
Uiterlijk
- Geluid: brandkoren (hulp, bestand)
- brand·ko·ren
- geen meervoud, samenstelling van brand zn en koren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandkoren | - |
verkleinwoord | - | - |
- graan dat door de honingdauw aangetast is
- Het woord brandkoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.