beweegbaar
Uiterlijk
- Geluid: beweegbaar (hulp, bestand)
- be·weeg·baar
- Naamwoord van handeling van bewegen met het achtervoegsel -baar.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beweegbaar | beweegbaarder | beweegbaarst |
verbogen | beweegbare | beweegbaardere | beweegbaarste |
partitief | beweegbaars | beweegbaarders | - |
beweegbaar
- niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel
1. niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel
- Het woord beweegbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.