bermuda
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Bermuda |
- ber·mu·da
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bermuda | bermuda's |
verkleinwoord |
de bermuda m
- zomerse korte broek tot vlak boven de knieën
- - Het was zaterdag nog lang geen ‘IJsland’ voor de deur van 10 Downing Street, de ambtswoning van David Cameron. Demonstranten gehuld in Bermuda-shorts en Panama-hoeden eisten, net zoals in IJsland, het vertrek van de Britse premier vanwege diens rol bij belastingontwijking. Het duurde een half uur, waarna ze vertrokken – deels naar een andere locatie, deels naar huis.[3]
- - Opeens een vrouw in een oranje bermuda, ze hield nadrukkelijk halt en wilde een boek. Ik moest erin schrijven: ‘Voor oma Dinie, omdat je zo’n lieve poeperd bent.’[4]
- lange zwembroek
1. zomerse korte broek tot vlak boven de knieën
- Het woord bermuda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bermuda" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bermuda op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Titia Ketelaar 10 april 2016
- ↑ NRC Marcel van Roosmalen 10 juni 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be