achterzij
Uiterlijk
- ach·ter·zij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterzij | achterzijdes achterzijden |
verkleinwoord |
- achterkant
- Haar voorzijde is één schoone Muziek
Zich bewegend door 't oneindig Heelal,
En ook haar achterzij is een Muziek,
Golvende door het wonderbaar Heelal. [2]
- Haar voorzijde is één schoone Muziek
- Het woord achterzij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterzij" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia (1934)–Herman Gorter Sonnetten
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be