aankruisen
Uiterlijk
- Geluid: aankruisen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkrœysə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·krui·sen
- samenstelling van aan vz en kruisen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankruisen |
kruiste aan |
aangekruist |
zwak -t | volledig |
aankruisen
- overgankelijk met een kruisje aanwijzen
- Hij had de verkeerde stad aangekruist.
- ▸ Ik kon ieder bolletje voor Werner aankruisen.[1]
- Het woord aankruisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aankruisen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %