overtak
Uiterlijk
- o·ver·tak
Naar frequentie | 52136 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | overtak | overtaket | overtak | overtaka overtakene |
genitief | overtaks | overtakets | overtaks | overtakas overtakenes |
overtak, o
- overhand, overmacht
- (sport) een greep bij het worstelen: met zijn armen over de armen van de tegenstander grijpen
- [1]: overlegenhet
- [1]: overmakt
- [1]: få overtaket over noen / få overtaket på noen
overhand over iemand krijgen
- [1]: ha overtaket over noen / ha overtaket på noen
overhand over iemand hebben
- o·ver·tak
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | overtak | overtaket | overtak | overtaka |
overtak, o
- overhand, overmacht
- (sport) een greep bij het worstelen: met zijn armen over de armen van de tegenstander grijpen
- [1]: overmakt
- [1]: få overtaket over nokon / få overtaket på nokon
overhand over iemand krijgen
- [1]: ha overtaket over nokon / ha overtaket på nokon
overhand over iemand hebben
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Voorvoegsel over- in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Sport in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 7
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Voorvoegsel over- in het Nynorsk
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Sport in het Nynorsk