monsteren
Uiterlijk
- mon·ste·ren
- In de betekenis van ‘keuren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
monsteren |
monsterde |
gemonsterd |
zwak -d | volledig |
monsteren [2]
- (scheepvaart) onovergankelijk aanmonsteren
- overgankelijk (iemand) in dienst nemen
- overgankelijk grondig onderzoeken, inspecteren
- Het woord monsteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "monsteren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "monsteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %