meedoet
Uiterlijk
- mee·doet
vervoeging van |
---|
meedoen |
meedoet
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meedoen
- ... dat jij meedoet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meedoen
- ... dat hij meedoet.
- Het woord meedoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.