ruïnering

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ruïnering    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ru·ï·ne·ring

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van ruïneren met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ruïnering	ruïneringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ruïnering v

1. het zorgen dat iets van mindere kwaliteit wordt

   • Pijnenburg stelde dat de super zijn peperkoek 'kapotdumpte' door hem onder de kostprijs te verkopen en er weinig van in de schappen te leggen. In een kort geding stelde de rechter Pijnenburg in het gelijk: de koekenbakker hoefde niet aan Albert Heijn te leveren en mocht zich verzetten tegen 'ruïnering' van zijn product.  
   • De actie in Huizinge is een protest tegen ,,kaalslag en ruïnering” op het Groningse platteland. ,,Al bijna zestig panden zijn afgebroken, diverse huizen staan leeg en duizenden woningen moeten worden gesloopt of versterkt. De koffers en verhuisdozen staan symbool voor het gevoel van ontheemding dat veel Groningers hebben”, aldus de actiegroep.  

Synoniemen

• verwoesting, achteruitgang, vernietiging, bederf, sloop

Gangbaarheid

• Het woord ruïnering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruïnering" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.