tankpark

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tankpark    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tank·park

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tank zn  en  park zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tankpark	tankparken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tankpark o

1. plaats met veel opslag plaatsen voor vloeistoffen

   ▸ Een vonkje zou genoeg zijn geweest om de boel op te blazen, omdat "de wind richting tankpark stond, lijkt alles goed af te lopen". De incidenten hebben niet geleid tot dodelijke slachtoffers of grote milieuschade, maar uit het onderzoek blijkt dat enkele grote incidenten slechts door geluk en toeval goed afliepen.

   ▸ Het zoeken naar de vermisten is uiterst lastig door de kracht van de explosie en grote hitte van de daaropvolgende brand in het tankpark bij de afvalverbrandingsinstallatie, dinsdagmorgen.

Gangbaarheid

• Het woord tankpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.