bijstelling

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From bijstellen +‎ -ing, calque of Latin appositiō.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbɛi̯ˌstɛ.lɪŋ/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bij‧stel‧ling

Noun

[edit]

bijstelling f (plural bijstellingen)

  1. adjustment, the process or activity of adapting
    De bijstelling van het beleid was nodig na de nieuwe wetgeving.
    The adjustment of the policy was necessary after the new legislation.
    Het proces van bijstelling is een constante in het bedrijfsleven.
    The process of adjustment is a constant in business.
  2. (grammar) an apposition
    Synonyms: appositie, nevenstelling
    In de zin "Mijn broer, een arts, woont in Amsterdam", is "een arts" een bijstelling.
    In the sentence "My brother, a doctor, lives in Amsterdam," "a doctor" is an apposition.
    De leraar gaf ons een les over het gebruik van bijstelling in de grammatica.
    The teacher gave us a lesson on the use of apposition in grammar.